United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is al meer als 'n maand geleden dat ik 'n kleur kreeg als 't lint op de muts van.... ja van een zekere juffrouw, die boos op mij is, omdat haar naam, de naam van een sergeantmajoors-weduwe zegt ze, in de krant heeft gestaan. Nu 't is hetzelfde, maar Koendert vroeg me, wát of me scheelde.

"Hoe kun jij dat zeggen!?" viel Elsje den spreker met vuur in de rede: "Nog in dezen avond bewonderde ik in stilte vaders geduld in het onderwijzen van dien dommen Koendert, en de duidelijkheid waarmee hij hem de zaak aan 't verstand bracht. Niet meer berekend! moeielijk vallen! Hoe kun jij het zeggen.... jij, die dagelijks de bewijzen van het tegendeel voor oogen hebt.

Nu mijnheer, zet deze nu maar in de krant, ik ben al weer nieuwsgierig om het te zien, en ook met de groeten van Koendert noem ik mij met de meeste hoogachting, mijnheer de Redactie Uw Dw. Dienaresse, GRIETJE SLUIMER. geb. Arnhem, 18 Junij 1856. P. S. Ik bedank u wel voor uw present-exemplaar. Atjuus. Mijnheer de Uitgever van het Dames-Weekblad.

"Wat meen je?" zei Koendert. "Wel van de krant," zei ik weder. "Zou ik het doen?" "Nog eens schrijven?" vroeg mijn man, en daar hij glimlachend zijn kopje vatte, begreep ik het al dat hij er trotsch op was en zei ik: "Waarom zou ik het laten nietwaar?"

Ja mijnheer de courantier of redacteur, ze hadden er niet veel plezier in, die azers, dat aan Grietje de linnenmeid, Aaltje de keukenmeid en Koendert den huisknecht wij met z'n drieën waren blijvers geweest, de andere booien trekvogels een lijfrente van vijfhonderd gulden vermaakt was.

Als mijnheer die veel in Den Haag op de kamers van de regeering moest zijn te huis was, dan deed die het, maar och hechie! daar hadt je niet de helft aan; mevrouw zei altijd dat men in een goed huishouden geregeld des morgens, "iets goeds" moest lezen en dat het onvergeeflijk was indien heeren en vrouwen aan hunne booien, daar ze over gesteld waren, die lezing onthielden; en ze had wel gelijk, daarom, als Koendert en ikke 's Woensdags en 's Zaterdags de werkvrouw hebben dan roepen wij ze ook altijd om 't lezen te hooren, maar och Heere! wij kunnen 't bij lange na niet zóó als onze goeje mevrouw.

In de kwiesienjeere zooals ze zeggen brandde een stevig vuurtje, want het was vinnig koud en het stormde buiten van geweld. Opeens wordt er weer gescheld en omdat Koendert juist met het mooie tabaks-komfoor doende was, zoo liep ik maar even naar de voordeur en nam een servet voor 't warme brood mee. Maar jawel, pas had ik de deur open of ik zag al dat het de bakker niet was.

"Wat kan mij dat schelen," zegt u alweer, maar hoor, ik kom tot de zaak: 'k Heb altijd van lezen gehouden. De werkjes van 't Nut kregen we altijd in de keuken; de kranten, als mijnheer ze uit had, ook, en Koendert en ik we lazen 's avonds als we tijd hadden om beurten voor en soms waren er kameraads die er plezier in hadden, maar de meesten hielden er niet van en dommelden in.

Ziezoo! u moet dan weten dat we van Doesborgh naar Zutphen zijn gegaan, bij een Neef en Nicht van Koendert, die een kommenij hebben, zonder kinderen; meer om wat om handen te hebben dan om den broode, want Esboom heeft van UE weet wel, en Doortje-nicht een beste vrouw kan er van haar zelves ook zijn.

Nu het was zoo en ik dankte er God voor, maar vooral ook de goede mevrouw, die ons een onbezorgden ouden dag had verzekerd. Koendert, die altijd vriendelijk was geweest, en 'en goed kameraad, vroeg me, een maand of twee later, of we botje bij botje zouden leggen, maar zie je, daar kon ik zoo dadelijk geen antwoord op geven.