United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe verschrikt was hij echter, toen hij zijn wambuis en zijn hozen miste, die hij den vorigen avond op den stoel voor zijn bed had nedergelegd. Hij schrikte; want in den broekzak bevond zich zijn volle weekgeld, en de gedachte kwam eensklaps in hem op: "Hoe, indien Jan mij eens bedrogen, mij bestolen had!"

Hel glimmerden daar de beslijkte keien.... Ook stonden er nog wagens met koopwaar, onder den rossigen walm van olielampjes, en joden-mannen en -vrouwen er bij, heesch uitstootend hun onverstaanbare roepen, 't Was nog herrie-achtig vol op straat: burger- en werkmansvrouwen, op boodschappen uit, gillende meiden en groepjes stenterige jonge kerels die hun weekgeld binnen hadden....

Frits en Lien gaven haar samen een weekgeld, niet te hoog, toch welletjes. Elke week hield ze over. 's Morgens at ze weinig, 's avonds at ze niet 's middags moest het komen het, 't vet voor 't lange, zware, beenige lichaam. D

"De patatten zijn verbrand en smaken naar het zeepsop. Ik trek er van door en zal ergens gaan eten, waar men het gevaar niet loopt vergiftigd te worden." Er werd hevig getwist, omdat de jongen eenen frank van zijn loon had achtergehouden; dit tooneel vernieuwde zich, toen de vader insgelijks zijn weekgeld afgaf. Evenwel, na vele harde, grove woorden verkalmde het tempeest.

Alle ding laat zich eten, zei de man, en hij at garnaal en krabben. Het oog wil ook wat hebben, zei de man, en toen sloeg hij zijn vrouw een blauw gezicht. De Knecht. Ik en mijn baas hebben de zolder vol hooi liggen, zei de knecht, en hij was blij als hij zijn weekgeld kreeg. De Meid. Als ik eens vrij man word, zei de meid, dan eet ik ieder dag gort met rozijnen.

Twee groote tranen sprongen den armen Pieter uit de oogen. "Ik ben bedrogen, vrouw Martensz!" zeide hij, "schandelijk bedrogen en bestolen. De schurk heeft mijn hozen en mijn wambuis, ja, nog wat meer is, mijn volle weekgeld meegenomen. O, dat ik ook zoo dom was, aan zijne mooie praatjes geloof te slaan!"

Ik denk hier aan een man, een fabrieksarbeider, een arme, sombere man die niemand vertrouwde, en met zijn volle weekgeld naar de omstreken van Haarlem liep, omdat hier de waterleiding vergiftigd was. Hij is van Vrijdag tot Dinsdag uitgebleven en had in dien tijd vijftien centen verteerd. Holoogig en uitgehongerd kwam hij terug; we hebben hem naar een gesticht moeten brengen; waarom?

Ik ben dokter Jefferson Hartley, geneesheer en veearts van mijn beroep." "Dus, arts voor menschen en voor paarden?" "Ja, arts voor menschen en dieren," knikte de Yankee. "Hebt gij er zin in, dan zult gij mijn famulus zijn, en ik betaal u het weekgeld, dat ik gezegd heb." "Maar ik versta niets van dat vak," zeide Haller bescheiden. "Ik ook niet," bekende de dokter.

Als je Vader Zaterdags zijn weekgeld thuis bracht, rekende ik 's Maandags altijd af met den bakker en den groentenman en den huisbaas en den bode van het begrafenisfonds. Maar toen je Vader weer een toeval gekregen had en hij zijn betrekking kwijt was, hield natuurlijk dadelijk ook het geld op. Bakker Aalders zag dat wel, zulke menschen weten direkt alles van je omstandigheden.

Te-vergeefs bespaarde zy eenige duiten van haar schraal weekgeld om hem optevroolyken met de vroeger zoo welkome pepernoten ... helaas, Wouter's ziel was haar pepernoten ontwassen, en de ontdekking hiervan veroorzaakte Leentje bittere smart. Maar, beste jongen, wees dan toch verstandig, en laat je niet het hoofd op-hol brengen met zulke praatjes!