United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dien achtermiddag lag er een zoete stilte ver over de velden, waar de boeren in menigvuldigheid de patatten aan 't uitdoen waren. Nu en dan puntte er door de koperen-zonlucht een wildeganzen driehoek naar het Zuiden, en hoog in het Oosten plakten witte wolkskens. En hei! op de Nethe, vóór Pallieters huis, lag een verschgeschilderde tjalkboot gemeerd!

Die was om duimen en vingeren van af te lakken, want er was een fellen kempischen haan in, over de tweehonderd ballekens, twee kilo mergbeenderen en een reusachtig stuk bouilli. Charlot stompte in een kuip de jonge patatten hun vel af, en Pallieter zorgde voor 't bereiden van het speenvarksken.

Daarvan aten ze elk twee tellooren. Nadatum kwam er een varkensgebraad op met spinazie en bloemende patatten, die 'ne smaak en 'ne weêrsmaak hadden. Er was veel mostaard bij, om goed te kunnen drinken. Nadien smulden zij elk een half dozijntje koekebakjes die naar eieren en kaneel roken, en zij smeerden er nog boter, siroop en suiker over.

Het waren evenwel slechts gestoofde patatten, grove telloren en ijzeren vorken die er te zien waren, tenzij misschien het gebakken pladijsje voor vader, dat wel lekker geurde en te midden der tafel als een pronkstuk of eerder nog als een liefdesgeschenk prijkte. Allen te gelijk maakten het teeken des kruises en dankten God in stilte, waarna zij met waren lust begonnen te eten.

"De patatten zijn verbrand en smaken naar het zeepsop. Ik trek er van door en zal ergens gaan eten, waar men het gevaar niet loopt vergiftigd te worden." Er werd hevig getwist, omdat de jongen eenen frank van zijn loon had achtergehouden; dit tooneel vernieuwde zich, toen de vader insgelijks zijn weekgeld afgaf. Evenwel, na vele harde, grove woorden verkalmde het tempeest.

Van alle kanten, uit schuur, stal en veld, kwam het werkvolk, mannen en vrouwen, en zette zich rond tafel. "Ik moet van ieder e patatje hemme!" riep Pallieter, "'t Is a gegund, van herte!" riepen ze terug. Sophie bracht de smorende patatten op, en wel vijftien meters worst die knerste in de pan.

"Daar hebt gij 't nu, leelijke deugnieten!" riep zij. "De patatten zijn aangebrand. Vader zal weer den duivel jagen en mij eenen hoop zure woorden naar den kop werpen. Hij en gij, gij meent, dat ik uwe slavin ben en maar alleenlijk leef om te werken en uitgescholden en geplaagd te worden, van den morgen tot den avond? Wel ja!

Werk dan al eene gansche week, en beul u af en zweet om geld in het huishouden te brengen; dan vindt gij des Zaterdags zwartgebrande patatten en eenen smerigen boel, die u van walg het hart in het lijf doet keeren. Gaat gij spreken?" "Ba, spreken," hernam de vrouw spottend, "ik lach met al wat gij zegt. Meent gij, dat gij mij gehuurd hebt en dat ik uwe meid ben?

Zweetende knechten in hun hemdsmouwen brachten, op berries en afgehaakte deuren, de schotels worst, rookoolen, ham, snijboonen, dampende patatten en kannen bier. De twee poorten stonden over elkander open om veel licht te brengen, en men had er een vrij en ver gezicht op de velden en mastebosschen, waarover een dunne nevel lag, doorsponnen van koperen zon.

De post van portier der statie is niet open, en daarenboven, wij zouden er bij verliezen. Overdenk toch eens; het bestuur heeft mij uit bijzondere gunst eenen ouden waggon gegeven en mij het kosteloos gebruik van veel gronds toegestaan. Wij leven hier wel ootmoedig, doch zonder zorg. In onzen hof en op ons land staat alwat wij kunnen wenschen: veel patatten, koolen, salade, selder, radijs, ajuin.