Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
Nog maar weinig tijds, dan zou de ziekte de bloedvaten en de beenderen aantasten en zoo kon het vele jaren al erger en erger worden, totdat eindelijk de dood haar kwam verlossen. Een dag van verschrikking was de dag, waarop de moeder het haar plicht rekende aan Tirza den naam harer ziekte mede te deelen, en beiden in wanhoop God smeekten, dat het einde spoedig daar mocht zijn.
Ik durf dezen weg niet vervolgen, zeide de moeder. Het zal hier druk worden. Wij doen beter met de menschen te ontwijken en over den Berg der Ergernis te gaan. Toen Tirza dit hoorde ontzonk haar de moed. Daar hare voeten zeer gezwollen waren kostte het loopen haar groote moeite. Die berg is steil, moeder. Ik kan onmogelijk klimmen. 't Is om ons leven en onze gezondheid te doen mijn kind.
In het wonder aan zijne moeder en Tirza gewrocht zag hij eene macht groot genoeg, om een Joodschen troon op te richten en te handhaven, eene macht groot genoeg, om de maatschappij te hervormen, en de menschheid tot één geheiligd gelukkig gezin te vereenigen. Was het eenmaal zoo ver, dan zou niemand durven loochenen, dat het een den Zone Gods waardig werk geweest was.
Zij bedacht raadsels en spelletjes, vertelde geschiedenissen, oude en nieuwe, luisterde met het grootste genot naar de liederen, die zij Tirza herhaaldelijk deed zingen, en hief zelve de psalmen aan van den koninklijken zanger, alles om voor een poos ten minste haar verdriet te verzetten en hare ziel tot God op te heffen, die haar, evenals de wereld, scheen vergeten te hebben.
Heel mooi, Tirza, heel mooi! zeide Juda levendig. Het lied? vraagde zij. Ja, en de zangster ook. Waar hebt gij het opgedaan? Herinnert gij u den Griek nog, die een paar weken geleden in het theater zong? Men zei, dat hij lofzanger geweest was van Herodes en zijne zuster Salome.
De man scheen geroerd te zijn. Naar den burcht met de vrouwen! riep hij, maar doe ze geen kwaad. Ik zal ze van uwe hand eischen. Toen tot de mannen, die Juda vasthielden: Bindt zijne handen, en brengt hem naar buiten; hij zal zijne straf niet ontgaan. De moeder werd weggedragen. Tirza, door vrees verlamd, volgde haar bewakers lijdelijk.
Een droevig gesnik was haar eenig antwoord. Het oorlogvoeren moet geleerd worden, vervolgde hij, en daarvoor moet men ter schole gaan. De beste school is echter een Romeinsch kamp. Gij zult toch niet voor Rome vechten? Gij dus ook, gij zelfs haat Rome? Daarin schijnt de geheele wereld het eens te zijn. Ja, Tirza, ik zal voor Rome strijden, maar om te leeren hoe ik eenmaal Rome bestrijden moet.
Ik heb haar stemmen 's nachts gehoord, ze roepen om mij. Ik heb ze op de golven zien wandelen. O mijne moeder, mijn lieve moeder! En Tirza, mijn zusje, zoo mooi, zoo lief, zoo aardig! Altijd vroolijk, altijd zingende. En mijne hand, de mijne, heeft haar neergeveld! Ik Bekent gij schuld? vraagde Arrius streng. De uitdrukking van Juda's gelaat veranderde als met een tooverslag.
Ik dacht dat het geslacht Hur uitgeroeid was, zeide Arrius eindelijk. Een stroom van liefelijke herinneringen deed Juda's trots bezwijken, de tranen vloeiden over zijne wangen. Moeder moeder! en mijn lieve Tirza! Waar zijn zij? O tribuun, edele tribuun, als gij iets aangaande haar weet, riep hij, de handen smeekend opheffend, vertel het mij dan. Zeg mij of zij nog leven, en waar dan, en hoe?
Hoewel Amrah al hare krachten inspande, om Tirza te ondersteunen, kermde de arme toch bij elken stap, ja meermalen moest zij luide aan hare smarten lucht geven. Aan den voet des bergs gekomen zeeg zij uitgeput neder. Ga maar alleen verder met Amrah, moeder, ik kan niet meer. Neen, kind. Wat zou het mij baten, zoo ik alleen gezond werd, en gij niet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek