Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 november 2025


Toen hij vastbesloten op de deur toetrad, legde hij bij zichzelven de gelofte af: Laat hij mij zeggen waar moeder en Tirza zijn, en ik geef hem onvoorwaardelijk zijne vrijheid terug. Met opgeheven hoofd trad hij binnen. Allereerst kwam hij in een ruim pakhuis, waar in volmaakte orde allerlei soorten van goederen opgestapeld lagen.

Moed gevat, Tirza! zeide zij. Daar komt iemand aan, die ons zeggen kan waar de Nazarener op 't oogenblik is. Amrah richtte Tirza een weinig op, en zoo wachtten zij den vreemdeling af. Ach, moeder, gij vergeet wat wij zijn. De man zal zich uit de voeten maken, en ons misschien eerst nog een steen naar het hoofd werpen. Wij zullen zien, luidde het antwoord.

De wet was onverbiddelijk en liet geen onderscheid toe tusschen rijken of armen. Hare meesteres en Tirza zouden dit ook moeten doen. Zoo besloot Amrah dan niets te zeggen van hetgeen zij gehoord had, maar eerst naar de bron te gaan en daar te wachten.

De dag der vrijheid brak eindelijk aan. De handen, die het werk verrichtten, waren sterk en bedreven, en wil was goed. De slagen, eerst dof, werden steeds duidelijker verneembaar; nu en dan viel een steen op den grond. Nu konden zij zelfs de stemmen der werklieden hooren, en, o hoe heerlijk! daar zagen zij door een spleet het schijnsel der toortsen. O, moeder, riep Tirza, daar is Juda!

In het schemerlicht kon hij haar gelaat niet goed onderscheiden; maar zij herinnerde hem Tirza. Plotseling beving hem een gevoel van teederheid. Op dien vreeselijke morgen had zijne arme zuster juist zoo naast hem gestaan. Ach, waar was zij? Ja, Esther deed hem aan Tirza denken, en hoe zou hij haar dan als zijn lijfeigene kunnen beschouwen?

Als ik moeder vind zult gij tot haar gaan en eene zuster voor Tirza wezen, niet waar? vraagde hij en kuste haar tot afscheid. Vervolgens begaf hij zich naar den overkant der rivier, waar Ilderim den vorigen avond zijne tent had opgeslagen, en waar hij den gids zou vinden met de paarden. Dit is het uwe, zeide de Arabier.

Het zijn soldaten van het Praetorium, riep Juda, die de muziek herkende; daar met ik naar kijken, een meteen sprong hij op en snelde naar de borstwering. Tirza volgde hem en boog zich eveneens voorover om beter te kunnen zien. Daar hun huis hooger was, dan de huizen in hun naaste omgeving, konden zij tot aan den burcht Antonia de gansche buurt overzien.

Zelve hopeloos verdubbelde zij hare zorgen voor Tirza, en slaagde er met de grootste zelfbeheersching in haar onkundig te laten, met betrekking tot den aard harer ziekte, en wist zelfs de hoop bij haar levendig te houden, dat zij van voorbijgaanden aard zou wezen.

Door die aanraking gewekt trok Ben-Hur zijne hand terug, en zag tegelijkertijd de vrouw aan. Daar sprong hij overeind en riep blijde: Amrah! o Amrah! Zijt gij daar eindelijk? Zij antwoordde niet, maar viel hem om den hals en snikte luid. Goede Amrah, hoorde zijne moeder hem zeggen, wat ben ik blij u te zien; maar zeg mij gauw wat gij van moeder en Tirza weet. Waar zijn zij?

Zijn golvende lokken, door het zonlicht beschenen, vormden een gouden stralenkrans om het edelgevormde hoofd. De juichende schare achter hem strekte zich tot in het oneindige uit. Niemand behoefde den melaatschen te zeggen, dat dit de Nazarener, de wonderdoener was. Tirza, daar is hij! Daar is hij! Kom, mijn kind! riep de moeder, en knielde naast de rots op den weg neder.

Woord Van De Dag

saamgeklonken

Anderen Op Zoek