Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


De wet was onverbiddelijk en liet geen onderscheid toe tusschen rijken of armen. Hare meesteres en Tirza zouden dit ook moeten doen. Zoo besloot Amrah dan niets te zeggen van hetgeen zij gehoord had, maar eerst naar de bron te gaan en daar te wachten.

Meer moogt gij vandaag niet voor ons doen. De lieden bij de bron, die dit alles van verre hadden gadegeslagen, gingen voor Amrah op zijde, en hielpen haar zelfs de kruik vullen, zoozeer wekte haar zichtbare droefheid hun medelijden op. Wie zijn dat? vraagde eene vrouw. Zacht antwoordde Amrah: Zij zijn goed voor mij geweest.

Het leven lacht mij niet meer zoo vriendelijk toe als van morgen. 't Is een nieuwe ziekte, Amrah; en gij, die mij zoo goed kent en mij altijd in alles geholpen hebt, moet nu maar eens iets bedenken, dat te gelijk tot voedsel en medicijn kan dienen. Breng mij dus wat gij noodig oordeelt. Amrah's vragen en haar zachte sympathieke toon spraken van een innige verhouding tusschen die beiden.

Een nachtverblijf zou hij zich later wel zoeken in de nieuwe wijk Bezetha, waar een herberg was; nu eerst naar Amrah. Juist ging de maan op en verspreidde naar zilveren glans over de tot nog toe onzichtbare voorwerpen in het westen, zoodat de hooge torens op den berg Sion helder en klaar tegen den donkeren achtergrond afstaken. Eindelijk bereikte hij het ouderlijke huis.

Moed gevat, Tirza! zeide zij. Daar komt iemand aan, die ons zeggen kan waar de Nazarener op 't oogenblik is. Amrah richtte Tirza een weinig op, en zoo wachtten zij den vreemdeling af. Ach, moeder, gij vergeet wat wij zijn. De man zal zich uit de voeten maken, en ons misschien eerst nog een steen naar het hoofd werpen. Wij zullen zien, luidde het antwoord.

Hij liefkoosde het schoone dier en keerde zich toen om, ten einde de twee vrouwen te gaan toespreken, in wie hij het grootste belang stelde, als toonbeelden eener bovenaardsche wondermacht. Voortgaande keek hij toevallig naar de witte rots en zag een welbekende gedaante staan, het gelaat in de handen verborgen. Wat! zeide hij, staat Amrah daar? en liep regelrecht op haar toe.

De arme was nagenoeg blind. Nu stond Amrah op en zeide met onvaste stem: O lieve meesteres! Ik heb niets misdaan. Ik breng u goede tijding! Van Juda? Ja. Hij kent een man, die de macht heeft u te genezen. Hij spreekt slechts één woord, en de zieken worden gezond, zelfs de dooden worden levend. Ik kom u halen om u bij hem te brengen. Arme Amrah! zeide Tirza meewarig.

Ja, antwoordde Ben-Hur, ik heb u veel van hem te vertellen. Ik heb hem gedurende verscheidene dagen nauwlettend gadegeslagen. Ik heb hem in moeilijke, zeer moeilijke omstandigheden gezien, en moet getuigen dat hij, hoewel hij een mensch is als ik, toch ook meer dan een mensch is. Hier werd hij gestoord door het binnentreden van eene dienstmaagd. Hij keek om en riep blijde: Daar is Amrah!

Hij bleef dus bij zijn voornemen om in de herberg der wijk Bezetha te overnachten, en beloofde Amrah zoo dikwijls mogelijk bij haar te zullen komen, maar altijd 's avonds laat. Hiermede moest zij zich tevreden stellen, en van nu was zij op niets anders bedacht, dan hoe zij hem genoegen zou kunnen doen.

Amrah bleef geknield liggen, totdat moeder en dochter in de spelonk verdwenen waren. Toen keerde zij bedroefd huiswaarts. Dienzelfden avond kwam zij terug en deed dat voortaan dag aan dag, zoodat het de uitgestootenen aan niets ontbrak. De spelonk, hoe eenzaam en verlaten ook, was toch niet zoo somber, als de cel in den burcht.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek