Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


In plaats van hare mand zooals gewoonlijk neer te zetten, kwam zij regelrecht op de spelonk af. De weduwe verrees van hare zitplaats en deed de gewone waarschuwing hooren, maar Amrah stoorde er zich niet aan, en eer zij er op bedacht was lag Amrah aan de voeten van hare meesteres en kuste onder hartstochtelijke snikken den zoom van haar kleed.

Amrah! wat doet gij hier? Daar zag de oude vrouw op, viel voor hem neer op de knieën, verblind door tranen, bijna sprakeloos door diepe ontroering. O, meester, hoe goed is God! Een onverklaarbaar voorgevoel zeide hem, dat hare tegenwoordigheid op de eene of andere wijze met die der beide vrouwen in verband stond. Hij keerde zich haastig om, en bleef als aan den grond genageld staan.

De beide laatste bergen zijn vol spelonken en holen, die toen ten tijde, evenals de graven in het dal, tot woonplaats strekten aan de uit de stad verdreven melaatschen. Op den tweeden morgen na de gebeurtenissen in het vorige hoofdstuk vermeld, begaf Amrah zich naar de bron Rogel, en ging bedaard op een steen zitten.

Ach, 't zal mij zoo zwaar vallen te zien hoe hij u overal loopt te zoeken, en hem dan niet te kunnen of te mogen zeggen, dat u nog leeft! Kunt ge hem zeggen dat gij ons gezond en wel hebt aangetroffen, Amrah? Amrah snikte. Neen, vervolgde de moeder, en daarom moet gij zwijgen. Ga nu, en kom van avond terug, dan zien wij naar u uit. Tot zoolang, vaarwel!

Door die aanraking gewekt trok Ben-Hur zijne hand terug, en zag tegelijkertijd de vrouw aan. Daar sprong hij overeind en riep blijde: Amrah! o Amrah! Zijt gij daar eindelijk? Zij antwoordde niet, maar viel hem om den hals en snikte luid. Goede Amrah, hoorde zijne moeder hem zeggen, wat ben ik blij u te zien; maar zeg mij gauw wat gij van moeder en Tirza weet. Waar zijn zij?

Laat ons wat eten, en dan zoo spoedig mogelijk met Amrah meegaan. Het ontbijt was weldra afgeloopen, en het drietal begaf zich op weg. Nu stuitten zij echter op een moeilijkheid. Amrah had gezegd, dat de Nazarener van Bethanië moest komen, maar vandaar leidden drie wegen naar Jeruzalem. Een over den Olijfberg, een tweede langs zijn voet, en de derde langs den Berg der Ergernis.

Om zich wat afleiding te bezorgen wilde hij de heilige plaatsen op den tempelberg gaan bezoeken. Het geheim woog de arme Amrah wel zwaar op het hart, maar zij wist zich te beheerschen en zweeg. Na zijn vertrek zette zij zich aan den arbeid en maakte eenige kostelijke spijzen gereed.

Roep hem aan zoodra hij nadert, roept beiden en weest niet bevreesd. Hij zal u hooren. Ik ga naar de stad, om het volk te waarschuwen dat hij komt. Vrede zij met u en de uwen! Hebt gij het gehoord, Tirza? De Nazarener komt langs dezen weg, en hij zal ons helpen. Kom nu mee, een paar stappen maar! Dus aangemoedigd liet Tirza zich door Amrah overeind helpen.

Vaders moeder droeg hem altijd op Sabbat. Ik weet niet hoevele zieken er wel door genezen zijn, stellig meer dan drie. Hij is ook goedgekeurd; zie maar, hier is het merk van den Rabbi. Ik hecht geen geloof aan amuletten. Zij zag hem verbaasd aan en vraagde: Wat zou Amrah daarvan zeggen? Amrahs vader en moeder waren Egyptenaren. Maar Gamaliël?

Wij zullen het morgen gewaar worden. Vrede zij met u allen. Met deze woorden nam Ben-Hur afscheid. Zoodra den volgenden morgen de Schaapspoort geopend werd, ging Amrah met haar mand aan den arm de stad uit. De wachters deden haar geen vragen, daar zij even regelmatig verscheen als de opgaande zon.

Anderen Op Zoek