Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Wacht even; zeide Amrah, de vreemdeling komt terug. Ik bedenk, goede vrouw, zeide hij, dat de zon hoog aan den hemel zal staan, voordat de Nazarener komt. Ik kan in de stad het noodige krijgen, en daarom wilde ik u mijn waterflesch geven. Gij zult er meer behoefte aan hebben dan ik. Neem haar en heb goeden moed. Roep luide tot hem. Dit zeggende bood hij de weduwe zijn gevulde waterflesch aan.

In vroeger jaren heeft een profeet eens een melaatsche genezen, zeide de moeder tot Tirza, maar die was door God gezonden. Zeg mij, Amrah, hoe weet Juda dat deze man die macht bezit? Hij volgde hem op zijne reizen en hoorde de melaatschen tot hem roepen, en zag ze hersteld weggaan. Den eersten keer was het één melaatsche, later tien te gelijk, en zij werden allen hersteld.

Ach, Amrah, ik kan mijn zoon nooit meer in de armen nemen, hem nooit meer aan mijn hart drukken. Amrah, ik weet dat gij hem liefhebt, niet waar? Ja, ja, ik wil als 't noodig is voor hem sterven, riep de trouwe ziel. Welnu, geef mij daar een bewijs van. Al wat gij wilt. Dan moogt gij hem niet zeggen waar en hoe gij ons gevonden hebt. Anders niet. Maar hij zoekt u overal!

Rondom hen heerschte diepe stilte, alleen een zacht windje ruischte door de lucht. Amrah heeft mij verteld dat u iets onaangenaams is overkomen, zeide zij zacht. Toen mijn Juda nog een kind was, mocht hij zich door kleinigheden laten ontstemmen; maar nu hij een man geworden is moet hij niet vergeten, dat hij eenmaal mijn held zal zijn.

Zij was gewoon, dat Amrah bij de bron verscheen vóór alle anderen, om dan op een steen halfweg bron en heuvel, het voedsel en de waterkruik neer te zetten. Dit korte bezoek was nog de eenige lichtstraal op haar pad. Dan vraagde zij naar haren zoon, en Amrah vertelde haar wat zij wist van zijn werk en bezigheden, en van de vluchtige bezoeken, die hij aan zijn vaders huis bracht.

De putbewaarder nam eenige steentjes op om haar daarmede te verdrijven, de omstanders wierpen haar vloeken naar 't hoofd, en de andere melaatschen riepen luid: Onrein! Onrein! Ja zeker, dacht Amrah, die twee zijn vreemd en kennen de gebruiken der melaatschen niet. Zij stond op, ging haar te gemoet met haar mandje en kruik, en terstond hield het rumoer aan de bron op.

Op hetzelfde oogenblik trad Amrah binnen en bracht op een blad een waschkom, water en handdoeken. Daar Juda niet tot de Pharizeën behoorde was de reiniging spoedig afgeloopen. Amrah verwijderde zich weder en Tirza zette zich aan het werk, om Juda's haar in orde te brengen.

Zij naderden in groepjes, vrouwen met kruiken op den schouder, oude en zwakke mannen leunende op krukken en stokken, of op den schouder van een jongere, sommige zelfs op draagbaren uitgestrekt, ook enkele kinderen. Van hare zitplaats hield Amrah trouw de wacht. Meer dan eens meende zij haar te zien, dien zij zocht.

Toen de kruik gevuld was zette zij die op haar schouder en spoedde zich naar de melaatschen terug. In haren ijver zou zij tot vlak bij haar gegaan zijn, maar de kreet: Onrein! Onrein! hield haar nog intijds tegen. Zij zette de kruik naast het mandje, en ging een paar stappen terug. Hartelijk dank, goede Amrah, gij hebt braaf gehandeld. Kan ik nog iets voor u doen?

Zij legde hare hand op zijn voorhoofd, en verwijderde zich toen zeggende: Ik zal er voor zorgen. Een poosje later kwam zij terug en bracht op een houten blad een beker wijn, een kom melk, een paar sneedjes wittebrood, een stuk gebraden kip, honing en zout, en een bronzen lamp. Nu schoof Amrah een tafeltje aan, zette het blad daar op en knielde naast den divan neder om den knaap te bedienen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek