Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 november 2025


Zij is lief en mooi, dacht hij, zoo lief en mooi zou Tirza ook zijn, als zij nog leefde. Arme Tirza! Toen zeide hij overluid: Neen, uw vader, hij is immers uw vader ...? Ik ben Esther, de dochter van Simonides, antwoordde zij fier. Uw vader, schoone Esther, zal wanneer hij mij ten einde toe gehoord heeft kunnen begrijpen, dat ik vooralsnog niet van zijnen wijn drink.

Ik heb den Romeinschen gouverneur gedood. De steen viel juist op hem. Haar gelaat werd nog bleeker dan het zijne. Zij sloeg de armen om hem heen en zag hem zwijgend, diep bedroefd aan. Ik deed het niet met opzet, Tirza, het was een ongeluk, zeide hij zoo kalm mogelijk. Wat zullen zij ons doen? vraagde zij.

Het gevecht op straat was geëindigd. Op de daken toonden hier en daar stofwolken aan, dat de rust daarboven nog niet geheel hersteld was. De keizerlijke legioenen stonden in 't gelid, even glansrijk als voorheen. Juda, die voor 't oogenblik zichzelf geheel vergeten kon, had alleen aandacht voor de gevangenen, waaronder hij tevergeefs zijne moeder en Tirza zocht.

Het geroep der arme melaatschen ging er geheel door verloren. Maar voor haar was het: nu of nooit. Ging deze gelegenheid voorbij, dan moesten zij voor altijd de hoop laten varen. Dichterbij, Tirza! Dichterbij! Hij kan ons niet hooren, zeide de moeder. Zij stond op en trad bevend naar voren, hief de handen smeekend omhoog, en riep zoo hard zij kon.

Het was haar onmogelijk te spreken. Hij boog zich tot haar neder en fluisterde: Leef, Amrah, voor Tirza en mijne moeder. Zij zullen terugkomen, en Een soldaat trok haar weg; maar zij rukte zich los en snelde door de poort en de gang naar den ledigen binnenhof. Laat haar gaan, beval de hoofdman. Wij zullen het huis verzegelen, en zij kan verhongeren.

Op een leeuwenhuid, in een hoek uitgespreid, zaten twee kindertjes te spelen met Tirza. De tijd had Esther vriendelijk behandeld. Zij was schooner dan ooit en straalde van geluk. Daar trad een bediende binnen en zeide: In het atrium staat eene vrouw, die u verlangt te spreken. Laat zij binnenkomen. Ik zal haar hier ontvangen. De vreemde kwam binnen.

De arme was nagenoeg blind. Nu stond Amrah op en zeide met onvaste stem: O lieve meesteres! Ik heb niets misdaan. Ik breng u goede tijding! Van Juda? Ja. Hij kent een man, die de macht heeft u te genezen. Hij spreekt slechts één woord, en de zieken worden gezond, zelfs de dooden worden levend. Ik kom u halen om u bij hem te brengen. Arme Amrah! zeide Tirza meewarig.

Zie toch, Tirza, zie eens naar het gouden beslag van de Schoone Poort! Wat glinstert dat in de zon! Weet gij nog wel, hoe dikwijls wij er onder door zijn gegaan? Zal het niet heerlijk zijn dat weder te kunnen doen? En ons huis is er niet ver vandaan! Daar wacht Juda ons! Nu begonnen zij den berg aan de andere zijde af te dalen.

Op hetzelfde oogenblik trad Amrah binnen en bracht op een blad een waschkom, water en handdoeken. Daar Juda niet tot de Pharizeën behoorde was de reiniging spoedig afgeloopen. Amrah verwijderde zich weder en Tirza zette zich aan het werk, om Juda's haar in orde te brengen.

Later verdroogden hare lippen en vielen er kloven in, en toen de moeder op zekeren morgen met angst in het hart Tirza nauwkeurig beschouwde, zag zij haar vreeselijk vermoeden bewaarheid: de wenkbrauwen van haar kind waren geheel wit. Wat zij toen doormaakte is niet te begrijpen.

Woord Van De Dag

saamgeklonken

Anderen Op Zoek