Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Waar kunnen zij toch gebleven zijn? vraagde Ben-Hur eindelijk ontmoedigd, om er dan in bitterheid des gemoeds op te laten volgen: Ach, zij zijn zeker dood; weggegaan de wildernis in, en daar omgekomen. Moeder dood Tirza dood ik alleen overgebleven. En waarvoor? Hoe lang, o Heer, God mijner vaderen, hoe lang zal Rome mogen blijven bestaan?
Zie, daar komen reeds vrouwen om water te scheppen. Zij zullen ons steenigen, als wij hier blijven. Kom, wees sterk, mijn kind. Zoo trachtte de moeder, die zelve bijna niet voort kon, hare dochter te bemoedigen, en nu kwam Amrah haar te hulp. Na de eerste opwelling had zij de zieken niet aangeraakt, thans echter ging de trouwe ziel naar Tirza en zeide: Leun op mij.
Ik had geen reden om zulk een misdaad te begaan, en de gedachte aan huis, familie, geweten, Wet, zou mijne hand hebben tegengehouden, al was de begeerte ook nog zoo sterk in mij geweest. Ik was niet krankzinnig. De dood was te verkiezen boven de schande en, geloof mij, zoo denk ik er nog over. Wie was bij u, toen de procurator getroffen werd? Ik was op het dak van ons huis. Tirza was bij mij.
Langzaam begaven de vrouwen zich naar het door hem aangewezen punt, waar zij door ieder, die voorbijging, gezien en gehoord konden worden. Zij zetten zich onder den boom neder, en dronken van het water. Weldra viel Tirza in slaap, en om haar niet te storen zwegen de beide anderen. Langzamerhand werd de weg meer en meer bevolkt door menschen, die zich naar Bethfagé spoedden.
Ik ben dien avond op het terras te Antiochië nog niet vergeten, toen zij mij zoo kinderlijk smeekte Rome niet tot mijn vijandin te maken. Ik heb haar lief. Niemand weet, dat ik moeder en Tirza teruggevonden heb. Hoe zal zij zich met mij verheugen, haar van harte verwelkomen. Voor moeder zal zij eene tweede dochter wezen, in Tirza vindt zij eene zuster.
De moeder hervatte zich echter spoedig, wierp een smartelijken blik op de vensters aan deze zijde van het huis, en stapte moedig vooruit in het licht, Tirza met zich voerend. Nu kon men eerst recht zien hoe vreeselijk de verwoesting was, die de ziekte had teweeggebracht.
Het liefst zou hij met den burcht Antonia willen beginnen, want hij wist, dat zich onder dit sombere gebouw een doolhof van gevangenissen uitstrekte, juist geschikt om lieden, die men uit den weg wilde ruimen, in zich op te nemen. Daarenboven had hij met eigen oogen gezien hoe de soldaten zijne moeder en Tirza de straat indreven, die rechtuit naar den burcht leidde.
Maar moet gij dáárvoor weggaan? Hier in Jeruzalem kunt gij alles leeren wat een koopman weten moet. Maar ik denk er niet aan koopman te worden. De wet eischt niet, dat de zoon wordt wat de vader was. Wat wilt gij dan worden? Soldaat. De tranen sprongen Tirza in de oogen. Dan wordt gij doodgeslagen! Toch alleen als het Gods wil is. En, Tirza, niet alle soldaten sneuvelen.
Op zulke dagen zat de arme moeder den ganschen dag onbewegelijk voor hare spelonk, met de oogen gericht op het dak van den Tempel, waarachter haar huis lag, het geliefde huis, waarin haar zoon nu vertoefde. Niets bond haar meer aan het leven. Tirza was reeds zoo goed als dood, en zijzelve smachtte naar het einde.
Zij sloeg hare armen om zijn hals, alsof zij hem terug wilde houden. Wij waren zoo gelukkig, Juda; blijf bij ons. Dat kan immers niet. Gijzelf gaat mettertijd ook heen. Nooit. Hij glimlachte om den ernst, waarmede zij dat verzekerde. Wie weet hoe spoedig een vorst van Juda, of van een der andere stammen, mijne Tirza komt weghalen, en wat zal dan van mij worden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek