United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog altijd woedde de strijd daarboven, nog altijd waren de twee galeien handgemeen. De roeiers deden wanhopige pogingen om aan hunne ketenen te ontkomen, en toen dat niet gelukte hieven zij een akelig gehuil aan. De wachten waren niet te zien, er was geen tucht meer. Ben-Hur bedacht zich niet langer, hij sprong op en snelde weg, niet om te vluchten, maar om den tribuun te zoeken.

Langzamerhand werden de ongelukkigen stompzinnig, geduldig, geesteloos, terende op weinige maar liefelijke herinneringen, ten slotte geheel verstompt en gewoon aan lijden en ontbering. Uur op uur zat de tribuun in zijn armstoel en overdacht al wat maar te overdenken was; alleen niet het ongelukkig lot der slaven op de roeiersbanken.

Toch uitte Ben-Hur een kreet van vreugde, en toen de drenkeling weder dreigde te verzinken greep hij de ketting vast, die den helm onder de kin bevestigde, en trok hem naar zich toe. Hij had in den bewustelooze Arrius den tribuun herkend.

Hij verstond geen woord van wat gesproken werd; maar dat was ook niet noodig de ketting bleef hangen, de hortator keerde naar zijne plaats terug, en begon als altijd de maat te slaan. Als muziek klonk hem dat geluid in de ooren, en hij hanteerde zijn riem zoo flink, dat de hortator naar den tribuun ging en glimlachend zeide: Welk een krachtsontwikkeling! En welk een vuur! antwoordde de tribuun.

Toen hij zichzelven genoeg meester was zag hij den tribuun flink aan en zeide: Ik werd beschuldigd van een moordaanslag op Valerius Gratus, den procurator. Gij! riep Arrius, wiens verbazing nog grooter werd. Gij die moordenaar! Geheel Rome was er over verontwaardigd. Ik lag met mijn schip te Lodinum, en hoorde het daar. Beiden zagen elkander zwijgend aan.

LUCIUS. Mijn vader, geen tribuun verneemt uw woorden. TITUS. 't Is eender, knaap; al hoorden ze ook, zij zouden Er niet op letten; letten zij er op, Er niet geroerd door zijn; toch moet ik spreken, Hoe nutt'loos ook. Daarom meld ik mijn kommer aan de steenen, Die, ja, geen antwoord geven op mijn klacht, Maar hierin beter dan tribunen zijn, Dat zij mij zonder stoornis laten spreken.

Die paar minuten schenen hem een eeuwigheid toe. Bij iederen riemslag keek hij naar den tribuun, die, na zich gekleed te hebben, op zijn rustbank ging liggen om te slapen. Toen Nummer 60 dat zag lachte hij bitter en besloot niet meer dien kant uit te zien. De hortator kwam naderbij. Nu was hij bij Ben-Hurs buurman het rinkelen der ketenen klonk hem afschuwelijker dan ooit in de ooren.

Toen Arrius, de vader, met de zeerovers slaags raakte, zonk zijn schip. Van de geheele bemanning ontkwamen slechts twee: Arrius zelf, en de bovengenoemde, zijn erfgenaam. Hunne redders verklaarden, dat de jeugdige metgezel van den tribuun het kostuum van een galeislaaf droeg.

De tribuun stond op het verdek, met de order den duumvir in de hand en sprak tot den overste der roeiers: Hoeveel mannen hebt gij? Tweehonderd tweeënvijftig roeiers en tien om in te vallen. Dat geeft een aflossing van.... Vierentachtig. Hoe dikwijls? Om de twee uur. De tribuun dacht een oogenblik na, en zeide: Een zware dienst.

Zijn plaats was op de roeiersbank, en daar bleef hij, hetzij zij voor anker lagen, of onder zeil waren. Eenmaal in deze drie jaren had hij het dek mogen betreden, en dat was geweest, toen de tribuun hem ontboden had. Hij wist niet dat zijn galei de aanvoerster was van een schoone, goed geordende vloot, wier roeiers op hunne beurt even onwetend waren als hij.