United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hadden het stout bestaan der zeeroovers vernomen, en toen zij de witte zeilen naoogden grepen zij moed. Wat Rome met sterke hand vasthield verdedigde zij ten allen tijde; als tegengift voor de opgelegde schatting, gaf zij hare schatplichtigen bescherming en veiligheid. De tribuun was meer dan tevreden. De fortuin was hem gunstig.

Zijn stem werd scherper van toon, zijn geheele lichaam trilde, zijn oogen schoten vuur, toen hij, de handen opheffende zeide: Gij kent den God mijner vaderen, Jehova, den eenige. Bij zijne waarheid, zijne almacht, en bij de liefde, waarmede hij Israël van den beginne heeft liefgehad, betuig ik: Ik ben onschuldig! De tribuun was diep bewogen.

Dat kleinood kan u van dienst zijn, vervolgde de tribuun. Ik bezit een aanzienlijk vermogen. Zelfs in Rome ga ik voor rijk door. Ik heb geen familie. Toon den ring aan mijn zaakwaarnemer, gij zult hem in een villa bij Misenum vinden. Vertel hem hoe hij in uwe handen kwam en eisch van hem zooveel gij verlangt, of alles; hij zal u niets weigeren. Blijf ik leven, dan zal ik nog meer voor u doen.

Eindelijk, eindelijk had zij hem toegelachen in de belofte van den tribuun; want wat anders zou de groote man bedoeld hebben? Maar als zijn weldoener nu moest vallen, wat dan? De dooden komen niet terug, om de beloften, tijdens hun leven gedaan, te vervullen. Neen, Arrius mocht niet sterven. En anders beter met hem te vergaan, dan hem als galeislaaf te overleven. Nogmaals zag Ben-Hur rondom zich.

Ja zeker, er zou iets goeds uit voortkomen. Hoopvol en dankbaar bad hij: o God, ik ben een echte zoon van het volk Israël, dat gij zoozeer bemind hebt. Help mij, o help mij! In de baai van Antemona, ten oosten van het eiland Cythera, lagen de honderd galeien bijeen. De tribuun wijdde één dag aan de inspectie der vloot.

Op hunne vragen wie hij was, vertelde de tribuun in warme bewoordingen hoe hij aan dien jongeling zijn leven te danken had, maar vermeed zorgvuldig zijn vroegere geschiedenis aan te roeren.

Toen hij zijn verhaal geëindigd had riep hij Ben-Hur tot zich, vatte hem bij de hand en zeide: Lieve vrienden, dit is mijn zoon en erfgenaam, en daar hij eenmaal al het mijne zijn eigendom zal noemen, zal hij van nu af mijn naam dragen. Ik verzoek u allen hem in uwe vriendschap te doen deelen. Zoodra het den tribuun mogelijk was had de aanneming tot zoon geheel volgens de wet plaats.

Als hij zoo uur op uur, soms dagen en nachten achtereen, op de onmetelijke wateren voortroeide, verlangde hij altijd te weten waar hij was en waarheen hij ging; maar na zijn onderhoud met den tribuun was dat verlangen veel levendiger, en nieuwe hoop bezielde hem.

Hij kon het niet onder woorden brengen, maar zijn gevoel zeide hem dat hij zich niet bedroog. Telkens als de waarschuwing van den tribuun: misschien heb ik mij met u willen vermaken, hem voor den geest kwam, verdreef hij haar. Dat de groote man hem geroepen had en hem zijne geschiedenis had laten vertellen was het voedsel, waarmee hij zijn hongerige ziel voedde.

De keizer heeft het goede nieuws vernomen aangaande Quintus Arrius, den tribuun. Met name heeft hij den moed hooren roemen, door hem in de westelijke zeeën betoond. Daarom beveelt hij dat genoemde Quintus zonder verwijl naar het oosten verplaatst worde.