United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ja! ja! als men met mijn vrouwtje aan de praat raakt, is een uurtje om eer men 't weet," hernam Willems met eene poging tot scherts, die zeer weinig bijval vond. Sanne kneep de lippen samen, en snoot nog eens de kaarsen, par manière de contenance. Roestink scheen met strakke aandacht de drie kanten van zijn hoed te bezichtigen.

Mijnheer Barbemuche ging naar zijn tafeltje, om zijn hoed te halen, zette dien op, maakte een zwenking naar rechts, was in drie stappen bij Rodolphe en Marcel, nam zijn hoed af, boog voor de heeren, wierp den dames een groet toe, haalde zijn zakdoek te voorschijn, snoot zijn neus en nam dan met schuchtere stem het woord: "Ik moet u vergiffenis vragen voor mijn indiscretie, heeren.

Aldus verstreek ruim een uur. De waardige herbergier had ten minste driemaal de courant gelezen, van den datum af tot den naam van den drukker toe. De vreemdeling verroerde zich niet. Thénardier bewoog zich, hoestte, spuwde, snoot den neus, schraapte met zijn keel. Geen beweging van den man. Slaapt hij? dacht Thénardier. De man sliep niet, maar niets kon hem uit zijn gepeins wekken.

't Zij dat hij haar niet ontdekken kon, 't zij dat zij er waarlijk niet aanwezig ware, hij nam een ontevreden houding aan, wierp zich meer dan hij zitten ging op de hem aangeboden bank, snoot zich met geweld, stak vervolgens de handen in de zakken en liet zijn donkerkleurigen mantel openvallen, waardoor zijn prachtige onderkleedij zichtbaar werd, terwijl hij trotsch om zich heen zag, als wilde hij zeggen: ik lach wat om ulieden, en het bruit mij weinig, of gij mij kent of niet.

Maar ik durf me vleien dat ik een goede opvoeding heb genoten en vroeger verkeerde ik in deftige kringen. Iedereen kan echter in het ongeluk geraken, en ik voel me diep gekrenkt door die schandelijke aantijgingen." Hierop haalde meneer Easthupp zijn zakdoek voor den dag en snoot met veel drukte zijn neus.

"Aanbiddelijk!" riep hij uit. Toen snoot hij heel luidruchtig. Cosette was verbijsterd, verrukt, verschrikt, in den hemel. Zij was door het geluk zoozeer in verwarring gebracht, als men slechts zijn kan. Zij stamelde, werd nu bleek, dan rood, zij wilde zich in de armen van Marius werpen, maar durfde niet. Zij schaamde zich, voor al deze lieden haar liefde te doen blijken.

Juffrouw Bella d'Irsy zette zich, legde op de tafel haar zilveren toilettaschje en bekommerde zich verder niet om Pacôme's geestigheid. Men bracht nieuwe Cliquot en de gouden toten snoot weer, alsof ze verkouwen waren, de gladde kelner in zijn doek. De verrassing van den avond was, op klokslag halftwee, de intrede van mijnheer du Bessy en Henriëtte.

Vóór den salondrempel stond Ko, die zich in zijn rooden zakdoek snoot. Het salon was stil. Alles was stil. Pastoor Doening stak lijze de deur der doodenkamer open en sloot ze achter zich. Reeds hingen zwarte voolen over de vensters. Groote kandelaars brandden aan de hoeken van de sponde en wierpen in de beweeglijke donkerte een weifelende klaarte. Hij herkende ze.

ENGSTRAND. Maar ik heb het toch heel duidelijk gezien dat dominee de kaars opnam en ze met zijn vingers snoot en de afgebrande pit in de krullen gooide. DOM. MANDERS. Heb jij dat gezien? ENGSTRAND. Ja, dat heb ik duidelijk gezien. DOM. MANDERS. Dat kan ik mij toch niet begrijpen. 't Is toch nooit mijn gewoonte om een kaars met mijn vingers te snuiten.

Hij was te veel gewend aan lijden en had te veel geleden in zijn tegenwoordig verblijf, om het vooruitzicht op verandering hevig te betreuren. Hij bleef eenige oogenblikken in gedachten verdiept; toen, met een diepen zucht, snoot hij de kaars, nam het boek, dat de Jood voor hem had achtergelaten en begon te lezen.