United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Frederik stond aan de deur, paalrecht en stokstijf, als een grenadier; hij verroerde en bewoog zich niet, behalve als hij dronk; en Frits Besserdich stond bij hem en verroerde en bewoog zich ook niet, behalve als hij ook dronk, of als hij even naar buiten ging en op de gang zijn' neus snoot.

Maar Max bemerkte hun verrassing niet, en ging voort: Want zóó edel waren de trekken, dat men iets als schaamte voelde, slechts een mensch te wezen, en niet een vonk ... een straal neen, dat waar stof! een gedachte! Maar ... dan zat daar op-eens een broêr of een vader naast die vrouwen, en ... godbewaarme, ik heb er een gezien die haar neus snoot!

Saartje, bleek, ouwelijk, met 'r vettig, verward kroes, huilde nog vóor ze op werd genomen. Stug snoot de bijstaande juffrouw 't loopend neusje, gaf haar over aan den dokter. "Nie-doen! Nie-doen!... Ikke wil niet!", spartelde ze tegen. "Zal je stil blijve zitte," gebood schel de juffrouw.

Juffrouw Willems luisterde gescherpt, maar begreep er niet veel van. »Waar heeft u het eigenlijk over?" vroeg zij ten laatste hem aanziende, terwijl zij den snuiter opnam en beurt voor beurt de kaarsen snoot, als om meer licht te krijgen. »Over dat grof en hatelijk artikel, dat men weer tegen Bilderdijks Navonkelingen geschreven heeft."

Pas echter had hij het eerste woord vernomen, dat vrij luide gesproken werd, of hij bleef als aan den grond genageld om te luisteren. Justus Eykendaal was de ridderlijkheid in persoon; toch kuchte hij niet, noch snoot hij zijnen neus. Er zijn van die gelegenheden, bij welke een ridder precies doet als een lakei.

Deze had heel veel last van verkoudheid; hij snoot zijn neus aldoor en toch, zeide hij, moest hij de dienstmeisjes vergezellen en ze in haar nieuwen dienst brengen; die verkoudheid, dacht hij, zou wel weer overgaan, als hij maar aan het houthakken ging, en hout moest hij zagen en hakken, want hij was meesterknecht bij een houtkooper.

Ze werd kalm naderhand en snoot zich in haren grooten rooden neusdoek, en veegde trage hare oogen droge. Ze fluisterde, met een droef lachje, Goedele toe dat ze niets hiervan bij Romaan mocht laten gebaren. En vriendelijk, nog even na 't eerste woord een snik meeduwend, vroeg ze: Wilt ge nu Wiezeken zien? Goedele nam de bonte pop, die zij medegebracht had, en ging vóor.