Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
In den tijd, waarin dit verhaal ons verplaatst, mocht het kasteel Beaufort een der fraaiste van den Maasstroom genoemd worden; het werd toen bewoond door den markgraaf Reinier Van Aduaar, die de eenige broeder was van Van Bergens overledene gemalin.
Al wordt mijn vader honderd jaren oud, hij zal sterven zonder het gemis van Reinier te boven gekomen te zijn, en zoo gelukkig kan André mij niet maken, of er zal in de vreugde van mijne moeder eene groote leegte blijven bestaan. Niettemin kan de buitenwereld niets daarvan aan hen bespeuren, en ook in hun hart klagen of morren zij niet.
Aanvankelijk bleef alle onderzoek vruchteloos. »Ik geef het op!" zei Ros al tegen Reinier. »Maar kijk eens! wat heeft moeder Jane daar gevonden? Daar is vast iets bijzonders, want haar zoon staat er bij met een gezicht als rook bij ossengebraad." Reinier keek in de aangeduide richting en zag de marketentster zich bukken tot een poging, om een zwaar stuk puin weg te wentelen.
»Men zou kunnen denken dat ik u vrees," antwoordde de onhandelbare Reinier, »dáárom wilde ik liever blijven, hoewel ik om de eer blijf solliciteeren, die u mij hebt toegezegd toen ik nog uw wachtmeester was: U herinnert u?..." »Zeer goed!" zei de ritmeester koel. »Maar die eer kan ik u op 't oogenblik niet bewijzen.
De Koning zelf kwam op het einde van juni in persoon met zijn leger op de Vlaamse grenzen: alhoewel hij onder zich de grootste krijgsmacht die Frankrijk immer bezeten had, voerde, kwam er nog een ontzaglijke vloot, onder Reinier Grimaldi van Genua, op de Vlaamse zeekust, om de jonge Gwyde en Jan van Renesse, die in Zeeland waren, te bestrijden.
»Allo, dan met spoed mee naar huis!" zei Reinier, »want vader en moeder zullen doodelijk ongerust over jullie zijn!" Maar van dien spoed kwam vooreerst niet veel, want opeens riep Bert: »Daar komt de patrouille van de garde-te-paard! Nu zal 't er spannen! Wisten we maar een goed heenkomen!"
Er was iets van dat gevoel in den blik dien de oude heer Kortenaer, wanneer hij het hoofd omwendde, liet rusten op het portret van Reinier; doch die blik was in zijnen weemoed tegelijk zoo zachtzinnig, dat niemand er aanstoot aan nemen kon. Het gesprek tusschen de twee vaders vlotte niet.
Jakob en Reinier ontvingen ieder driehonderd francs. Den 18den December bereikte het drietal Koningsbergen waar zij, van al hun vermoeienissen en ellenden nu eindelijk eens heerlijk dachten te bekomen. De winter, die hen tot daar had vervolgd, verliet hen eensklaps; in één nacht steeg de thermometer twintig graden. Die plotselinge overgang was velen noodlottig.
Toen begon zij weer van voren af, en nu veel kalmer: Sabelsdorph, 20 April 1812. Lieve moeder, dit is dan de eerste brief, dien u van mij krijgt. Waarom ik niet vroeger schreef, zal u hieruit straks wel blijken. Zoodra wij te Wezel waren aangekomen, werden Reinier en ik met nog verscheiden andere Amsterdamsche lotelingen als huzaren uitgerust.
"En Reinier Kant?" vraagt Kromhout: "hij zou immers hier komen. Laat hij zich nu wachten, hij, die altijd de voorste was bij elke handeling en elken voorslag?" "Ook mij ontrust zijn uitblijven," antwoordt Reael: "wat brengt Stijntje?" Deze laatste woorden worden gericht tot de dienstmaagd, die binnentreedt en haren meester een briefje ter hand stelt. "Wordt er antwoord gewacht?" vraagt Reael.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek