United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Drie jaren later verkreeg hij van den Graaf-Hertog vergunning, om te Purmerende een kasteel of huizinge te bouwen, en daarbenevens een stuk grond van een-en-dertig roeden, dat hij voor den bouw van zijn slot noodig had. De amsterdamsche koopman en poorter had dergelijke gunstbewijzen wel aan den Vorst verdiend.

Jongens, wat is me dat end van de Amsterdamsche poort weer tegengevallen!" "Mijnheer moet anders aan lange enden gewoon zijn," merkte Boerhave aan, ik geloof om zijn aardrijkskundige kennis van de hoofdstad te toonen. "Ja, dat is zoo", zei Nurks, met een bijzondere kracht op 't woordje is, "maar daarom juist, als men zoo'n mal klein stadje als Haarlem de eer aan doet, wil men 't liever niet."

...Hoe ben ik toen onze Jodenbuurten, die immers zoo schilderachtig heeten, gaan gruwen als een vreeselijke plek van naamloos wee in de groote stad. Daarop weer thuis, nog vol van deze ellende uit het Amsterdamsche Ghetto, las ik in een oud boek, dat een Jood, die van mijn belangstelling wist, mij ter leen gegeven had.

Even schokte 'r lichaamsmassa als een zuigerstang in de dekenholte, even floepte 'r hartmokering de lakens als 'n tooneelzee in golving dan bezeten-van-vrees an 'r naaidoos in de meidenkamer denkend, de doos met de gespaarde Amsterdamsche lootjes, veerde ze 't bed uit, om de kaars an te steken. De wekker stond op kwart òver twaalf.

Frits Rosemeijer althans ondervond dit toen hij aan zijn voornemen om met de Amsterdamsche vrijwilligers uit te trekken, gevolg wilde geven; dat ging maar zóó niet. Er moesten akten gepasseerd, bewijzen geleverd, formaliteiten in acht genomen worden, die maar niet zóó voor de hand lagen, en die hij alleen kon verkrijgen door middel van 't bestuur zijner geboortestad.

»Daar vangen we alleen Amsterdamsche Oversten," lachte Claes Symensen, met een knipoogje tegen Marten. »Zonder hengel of snoer!" zei Jan Walichs. »Ik zou wel willen, dat we nog zoo'n goudvink konden snappen." »Dat zal waar wezen!" lachten de anderen. »Waar zullen we heengaan, mannen?" vroeg 't Oude Hoen.

Toch klaagde zy altyd, en de "Heer" zweeg. Hy was goedertierener dan zy. Ik roep de Amsterdamsche buitensingels en de "paden" in den omtrek van Femke's huisje tot getuigen, dat ik z'n mymeringen hoogst-onvolkomen heb weergegeven. De vraag is of hyzelf in-staat zou geweest zyn tot meer nauwkeurigheid. Neen, dit was-i niet! Hy zou 't er nog slechter afgebracht hebben dan ik.

Maar hij was blij toen Sam en de Hagenaar eindelijk terugkwamen en de kaarten weer weggedaan werden. Sam hield brommend, quasi-ernstig, den Hagenaar voor den gek met zijn "beroerde manier van trekken" en de ander had zijn eigenwijze bemerkingen op 't Amsterdamsche biljarten. Gerrit kwam nu ook aan hun tafeltje en bracht zijn kennis mee, dien hij voorstelde. 't Was een schilder.

Waag dat maar eens op de Amsterdamsche IJsclub! Wanneer dames op het ijs komen, is de animo direct veel grooter. Het was op een middag, dat wij de eerste zagen verschijnen. Opeens was er groote aandacht. Allen staarden op de naderende figuur, zooals de leden eener zoölogische expeditie, op een exploratietocht in nimmer betreden binnenlanden een nieuw soort kangaroe zouden waarnemen.

Het eenige, wat werkelijk oud is, wat in de stad, in deze overbleef, nu zelfs ook de ouderwetsche bakers niet meer bestaan, is het zoo beroemde costume van de Amsterdamsche burgerweezen. Maar ook die dracht, hoe schilderachtig, hoe verfijnd en hoe gracieus ook, zal misschien spoedig verdwijnen, daarmede nog meer Amsterdam's eigen cachet ontnemend.