United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet alle leden van 't gezelschap waren ingezetenen van het Carspel of Coloniërs, als men ze veelal betitelde, want er was een vreemdeling onder hen, een Hagenaar, die een paar dagen vroeger te Hoogeveen was aangekomen en bij zijne bloedverwanten de familie Bentinck logeerde.

Ze hebben je dadelijk hier gezien en daar gezien, en dat doet je dan geen goed in je carrière. Aan tafel was een drukke, soms wat luidruchtige vroolijkheid. De Amsterdammers, gewoon aan vreemde gezichten, deden net als altijd, of eigenlijk nog wat nonchalanter en ongegeneerder om den Leidenaar en den Hagenaar te laten zien, hoe jonge menschen leven in een groote stad.

En nu is het de beurt der juffer te blozen en zich met eenige verlegenheid terug te trekken: verlegenheid, ja; want er bevindt zich onder de aanwezigen een jongeling, die haar met de oogen volgt, en wiens hart reeds in bitterheid ontstoken is tegen den Hagenaar, in wien hij een medeminnaar ziet.

Gerrit werd in 't voorbijgaan door een kennis aangeklampt, een luidruchtig man met een ruwe stem, die hem een stoel toeschoof en vroeg wat hij gebruiken zou. Hij bleef er hangen. En Sam ging met den Hagenaar een partij biljarten, achter, in de biljartzaal.

"Ja juist, nicht wil ik zeggen," hervat de Hagenaar en tot zijn gade: "Nietwaar Emilie, dat is waarlijk al te vriendelijk om voor ons nóg eens diner te houden, heusch, we hadden geen behoefte. We hebben te E. nog een broodje gebruikt!" "O ja," antwoordt de gade die letterlijk rammelt: "u hadt dat niet moeten doen."

De Betuwnaar geeft zonder omwegen te kennen, dat nêf uut Den Hoag, as ie 't um de duiten dee, zien man niet zou wêzen, waarop de Hagenaar spoedig betuigt, dat hij 't zoo niet bedoeld heeft, en dat hij ook niet gelooft, dat het er iemand om doen zou, maar énorm veel werkzaamheden; 't loon verzoet den arbeid!

Maar eindelijk ging 't ook André, die nu alle houdingen op zijn stoel geprobeerd had, vervelen in 't groote, fatsoenlijke koffiehuis. "Kom jongens," zei hij, na een schaterlach, "nou naar de Nes!.... Denk er om, we hebben vreemdelingen over!...." "Goddome ja!" zei de Hagenaar, "daar moeten we nog naar toe!" "Ik ben er ook in geen jaren geweest," zei de student.

En met die Engelsche spreuken neemt hij ook de Engelsche taal over. Zooals men in Den Haag zich somtijds in Frankrijk waant door het Fransch, dat ook de Hagenaar tracht te spreken, gelooft men zich op de kaden van Rotterdam dikwijls in een Engelsche stad, daar het zeemans-Engelsch er niet zelden den boventoon heeft.

De Hagenaar lag lui achterover in zijn stoel, herhalend hoe gezellig hij 't vond in Amsterdam, en dat 't "bij ons" zoo'n stijve boel was. Hij gaf voor, zijn stadgenooten en vooral zijn collega's, de ambtenaars te haten. Hij had een nogal vermakelijk kleintalent van nabootsing en schoot nu en dan op uit zijn vadsige houding om zijn chef na te doen, die een typische oude bureaucraat scheen te zijn.

Soms dacht hij met zorg aan het oogenblik, dat zij hem rekenschap van zijne beloften zou vragen, maar hij besloot kalm en waardig den storm het hoofd te bieden. In zijn voordeel bleef het, dat geen enkele Hagenaar het drama van Lindenstein kende zelfs in Osterwolde was men nog niet volkomen op de hoogte.