United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na 't diner wordt de Betuwnaar verzocht om mee naar mijnheers kamer een sigaar te gaan rooken; men behoeft dan niet bij 't tafelafnemen te zitten gegeneerd met zoo'n meid! "Goed nêf!" zegt Janssen, alschoon ie verlangt om is buuten te kommen.

Ruim een jaar nadat Janssen van zijn uitstapje te huis is gekomen, en aan zijn Sanne een weinig anders dan van 't grootsche der zee heeft verhaald, met de bijvoeging alleen, dat ie niet kan begriepen, hoe 'en mins die dukkels de groote zee ziet, kleingeistig kan wêzen, ruim een jaar na die thuiskomst, ontvangt de Betuwnaar tegen den avond een brief van den volgenden inhoud: Zeer Waarde en Hooggeachte Neef!

"Joawel, zooveul as deur Baltesar Gerards van kant is gemoa.... maakt," vult Janssen aan. "Krek zoo, dus zou ie meinen da'k erst Delft most nemen....?" "Zeker! heel zeker!" En Van Middelnesse ontwerpt inderdaad een zeer goed reisplan, doch Scheveningen, Scheveningen vergeet hij! "Moar 'k wou ook de zee zien," herinnert de Betuwnaar, "Da's waar, da's waar ook!"

Ook de kinderen, die niet school gaan, hebben den Betuwnaar eenige oogenblikken hun bijzijn geschonken. Hun mama heeft met een stoute vermijding van het woordje neef, de lieve bleekneusjes, die keken alsof ze vies van dien man waren, gelast om hem te vragen: "hoe vaart u?" en om eens gauw een handje te geven.

Nauwelijks heeft Janssen de huiskamer betreden, of mevrouw, vreezende dat de komst van dominee haar zal bericht worden, en Janssen daardoor de reden der vlucht uit de voorkamer vermoeden zal verwijdert zich spoedig. "Wat kiekt ze schichtig," denkt de Betuwnaar, en terwijl hij de kamer in 't ronde ziet, valt zijn oog op een pampierke, dat op den grond leit.

De Betuwnaar geeft zonder omwegen te kennen, dat nêf uut Den Hoag, as ie 't um de duiten dee, zien man niet zou wêzen, waarop de Hagenaar spoedig betuigt, dat hij 't zoo niet bedoeld heeft, en dat hij ook niet gelooft, dat het er iemand om doen zou, maar énorm veel werkzaamheden; 't loon verzoet den arbeid!

Van Middelnesse bedankt: hij bedankt wezenlijk; heusch, hij vindt het allerliest, maar hij drinkt nooit iets, nooit! "Dan zou'k oe man niet wezen," zegt de Betuwnaar; "we hebben hier af en toe 'en drupke van noode; uwe mot niet noar mien kijke: ik neem 't altijd tien minuten véur 't êten, en wellui voor ons, we hebben 't êten al achter de knoopen."

't Is niet te verwonderen dat mevrouw wat verbluft ziet en een weinig verward is. "Wel, ben u het!....." zegt zij, "Ik dacht,.... Wel hoe vaart u?" en zij laat zich de fijne vingers door de forsche hand van den Betuwnaar drukken.

Was het zien van den Betuwnaar in plaats van den wijnkooper voor mevrouw in de gegeven omstandigheden inderdaad een uitkomst geweest, nu zij vernam dat de gulhartige man, die waarlijk nog een mik had meegebracht, zoo gedwoald en nog een uur had rond moeten loopen, nu gevoelde zij, ondanks een pijnlijk iets over de verwantschap, toch ook iets dankbaars, dat ze lucht geeft in een: "Wie kon dát nu ook denken."

Nog verder vernemen mijnheer en mevrouw Van Middelnesse die natuurlijk neef Janssens principes door jawels en dergelijken hebben gehuldigd dat de Betuwnaar zes en veertig mergen land onder de ploeg hét, en zestien koeien en veertig ossen in de weies loopen; dat er achter 't huus 'en groote karsenbongerd is, en dat de loate knappers net giesteren zouen geplukt wêzen, moar dat ie gezeid had: we zullen ze loaten, dan kunnen nêf en nicht uut Den Hoag is zat en genogt éten.