Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Nu sprong ook Jan Walichs uit zijn tobbe te voorschijn, tot groote verbazing van den Overste, die door hunne onverwachte verschijning zoo verrast was, dat hij bijna geen besef had, om zich te verdedigen. En nu roeiden ook de andere Vrijbuiters met groote snelheid nader, lachende om het welslagen van hun list.

Claes keek eerst de pistolen, die hem in den gordel hingen, nog eens goed na, voelde naar den dolk, dien hij in zijn wambuis verborgen had, en stapte in de tobbe. Hij werd zorgvuldig met eene tweede toegedekt. Toen kroop Jan Walichs in de andere, de twee jongens grepen de riemen, en de tocht nam een aanvang.

»Wij beginnen pas," zei Aelbert lachend. »Maar u moet niet praten, Claes Symensen, want de kleinste onvoorzichtigheid kan ons noodlottig worden." »Je hebt gelijk. Ik zal zoo stom wezen, als een paling," was het antwoord. »Zeg je wat?" riep Jan Walichs uit de andere tobbe.

Ik stel voor, dat wij 't Oude Hoen tot onzen aanvoerder benoemen en onder zijne leiding tochten te water ondernemen, om den vijand te bestoken!" »Goed gesproken," viel Jan Walichs in. »'t Oude Hoen zal ons aanvoeren en onze leidsman zijn. Een beteren konden wij niet wenschen." »Volkomen waar," beaamde Jan Dieuwers. »Maar wat kunnen wij eigenlijk doen, dat zou ik wel willen vragen.

»Kijkt eens hier, wat prachtige tobben!" riep hij uit. »Daar kan Claes Kees Symensen zoo gemakkelijk in liggen, of hij in Abrahams schoot lag. Deze tweede is wat kleiner, en zal wel geschikt zijn voor Jan Walichs. Nu, wat zeg je er van? Heb ik niet goed gezorgd?" »Opperbest," zei 't Oude Hoen. »Laten wij de tobben aan boord brengen.

»En mij ook!" riep Jan Walichs uit. »Ik houd je gezelschap, Claes!" »Ook in een tobbe? Uitstekend." »Twee is genoeg, vrienden," zei 't Oude Hoen. »Meer dan twee zou direct de aandacht trekken. Wij moeten de zaak dus morgen wagen. Als Aelbert en Marten dezen nacht een goede vangst hebben, zou ik niet weten, waarop wij wachten moesten."

»En ik evenzoo!" riep Jan Walichs uit. »Vriendelijk dank!" Geen der Vrijbuiters bleek lust te hebben, den gevaarlijken tocht te ondernemen, en zij wisten ook geen raad, om met de vijanden in onderhandeling te treden.

Symensen en Walichs hadden hem tusschen zich in genomen en bewaakten hem, zooals zij lachend opmerkten, »met de grootste liefde." Maar de Overste hoopte vurig, dat het zijne vrienden en soldaten aan den walkant mocht gelukken, hem te verlossen. Hij zag hen naar de booten ijlen en daarin plaatsnemen. De Vrijbuiters waren het visschersbootje nu genaderd, en hadden de grootste pret.

»Houd je stil, er zijn Spanjaarden dicht in de nabijheid," antwoordde Marten gekscherend, maar Jan Walichs schrok er toch zoo erg van, dat hij verder op de geheele reis geen geluid meer durfde geven. Amsterdam kwam meer en meer in het gezicht, en hoe dichter het gevaar naderde, hoe stiller de twee jongelieden werden.

»Daar vangen we alleen Amsterdamsche Oversten," lachte Claes Symensen, met een knipoogje tegen Marten. »Zonder hengel of snoer!" zei Jan Walichs. »Ik zou wel willen, dat we nog zoo'n goudvink konden snappen." »Dat zal waar wezen!" lachten de anderen. »Waar zullen we heengaan, mannen?" vroeg 't Oude Hoen.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek