Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Hadden de huzaren hun rieten schuurdak niet gebruikt om hun paarden er mee te voederen? Had niet gisteren een andere bende ruiters daarvoor het onrijpe koren afgesneden? Wáár moest het heen als dat zoo doorging? Zouden ze dan niet van honger en ellende moeten omkomen? Jakob kreeg medelijden met de arme menschen. »Kom," zei hij tegen Reinier, »ik zou dan die eene ham ten minste maar terug geven.
Reinier Vermaat zat met een groepje van andere onderofficieren voor de »Bonte Os." Ook oudgedienden waren daar bij, aan de hachelijkste omstandigheden gewoon, kerels die door niets meer werden afgeschrikt. Men herkende ze dadelijk aan hun krijgshaftige houding en aan hun gesprekken.
Reinier echter was er niet mee tevreden. Hij was wachtmeester en eischte ham! Ham aten zij nooit, zei de man. Ja, dat kon hèm wat schelen! Maar met vet was hij niet tevreden en hij zou dan zelf maar eens kijken of hij niet wat beters vinden kon. Weldra kwam hij met twee hammen terug, die hij lachend en triomfantelijk in de hoogte hield.
»Omdat ik het niet kon verdragen dat iemand die berouw voelde, wellicht de eeuwigheid kon ingaan, zonder in de gelegenheid te zijn, dat berouw te bekennen." »Ik heb geen berouw!" antwoordde Reinier somber. »Dat heb je wèl, Vermaat, mij dunkt dat moet je hebben.
"Leve Reinier Claessensz!" klonk het uit den mond der anderen. "En weet ge wat we nu gaan doen, Huib?" vroeg Marten. "Neen," antwoordde ik. "Nu, gaan wij naar den Burgheuvel te Oostvoorne om daar zeegevechtje te spelen! Ga-je meê?" "Ik en kan niet! Ik moet om kippenvoêr bij Cornelis Wittensz. De With en vóór den noen thuis zijn!" antwoordde ik. "Bijlo, alsof dat niet en kon! 'T is nu acht uur.
Onwillekeurig sprak hij fluisterend, als vreesde hij, den wachtmeester te zullen wekken. »Hij lag met zijn gezicht naar den grond." »Dan is er wellicht nog leven in," zei Jakob Stargardt. Hij knielde bij den gewonde neer. Reinier opende de oogen, en staarde zijn ritmeester vlak in 't gezicht. »Laat mij sterven!" zei hij met zwakke stem, »en vervolg mij niet tot aan mijn dood!"
Reinier scheen te sluimeren; zijn oogen waren half gesloten, heel zijn houding was die van een man, die na een zware vermoeienis was ingeslapen; zijn opengerukte dolman en vest, waardoor het van bloed doorweekte hemd zichtbaar werd, weersprak echter droevig die schijnbaar kalme rust. »Zoo heeft hij niet gelegen," zei Ros.
»Dan ben ik generaal en jij timmermansbaas!" zei Reinier spottend. »We zullen dus moeilijk met elkander tot vereffening kunnen komen." »Of ik ben majoor en jij nog niet: Ik zal dan evenwel minder hooghartig wezen dan jij. Wees in ieder geval verzekerd, dat uitstel geen afstel is: Binnen een jaar zijn we gelijk in rang en d
't Was dus waarlijk geen wonder toen Jakob den Zondag vóór 's Keizers intocht zijn vriend Reinier tot een roeitochtje afhaalde dat mijnheer Vermaat bij het heengaan hun meer dan ooit tot voorzichtigheid in hun spreken aanspoorde. Nauwelijks echter kon Jakob zijn woorden volkomen onbereikbaar achten voor ieder verraders-oor, of hij moest zich uiten over iets dat hem zeer onaangenaam had getroffen.
Eindelijk was echter de laatste klant vertrokken, het laatste tonnetje met gekorven tabak schier leeg verkocht. Juffrouw Vermaat zat haar man en Reinier met een ketel warmen wijn en een schaal, hoog opgestapeld met versche, heerlijke oliebollen te wachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek