Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
"Neen! neen!" snikte hij, de hand op zijn borst rondwrijvende, als zocht hij er het geld nog: "het geld most weg; dat is 'en wet zoo oud as et Huis, en et Huis is zoo oud zoo oud as de wereld!" "Dat's wat kras, Keesje", zei ik; "en wanneer".... Hij liet mij niet uitspreken. "Wat kras? Het is niemendal kras.
Ook den volgenden dag kwam ze. "De koffie mijneer." "Heb je weer zoo'n haast?" "Moeder is alleen." "Mag ik je een zoen geven?" "Ga nou weg!" "Kom nou, ééntje." "Je bent zoo leelijk, zeg!" "Leelijke zoenen ook"... "Ik zou je danken." Weg was ze. Hij at, zong en werkte. 't Kon hem niemendal schelen. Ze zeiden allemaal leelijkert, later mochten ze hem toch. Derde, vierde, vijfde dag. Het bleef zoo.
Een geluk dat-i gedeeltelyk te danken had aan z'n hakkelen, want wie goed luisterde naar z'n mededeelingen, kon in waarheid betuigen dat-i volstrekt niemendal zei. Behalve de niet geheel willekeurige tegenzin om melding te maken van dat uitstapje naar den buitensingel, bestond er nog 'n reden die Wouter belette 'n duidelyk verslag te geven van z'n bezoek.
En dan, dan ziet hij in de richting van den straatweg, waar Jozef zeker nog op dezelfde plaats in 't bosch met de vigilante zal wachten. Toen hij straks op dien bok zat, ja toen was hij niemendal bang; maar nu! Die Toon moest bovendien een slechte vent wezen. Er liep een verhaal dat hier eens een weggevluchte juffrouw uit Briesborg zou verdwenen zijn spoorloos. Lieve hemel!
Maar als je morgen te Rotterdam logeert, ga dan niet in De Keizer van Marokko, dat is afzetterij. St.-Lucas! Ik zie je er al met je beien; delicieuze tafel. 'k Neem 't je niets kwalijk dat je me niet op de partij van eergisteren hebt gevraagd; heusch niet, niemendal, hoor! Je kondt al je vrienden niet vragen. En morgen in De Gouden Arend, dat begrijp ik ook best.
En, mijnheer de baljuw, neem het mij niet kwalijk, hij is een geresolveerde kerel en goed in dezen tijd te gebruiken en gisterenavond, ik wil niks niemendal tegen mijnheer Droi zeggen, want hij moet weten wanneer het tijd is met geweer en sabel op een mensch af te gaan, maar gisteren ging Frederik geheel alleen op den Fransoos aan, en al waren ook zijne redeneeringen voor uwe kamer en voor mijne ooren niet fatsoenlijk genoeg, zoo zeî ik toch in mij zelve: dat is een kerel, die durft.
Niets! waarachtig, je hebt niets niemendal gedaan!" "Je bedoelt....?" "Ik bedoel alles wat je zeer goed begrijpt." "Zeg niet Philip, dat ik niets gedaan heb. Ben ik niet je krachtige voorspraak bij oom geweest? Ik zou er van gezwegen hebben indien je me niet het tegendeel verweten hadt. Is het mijn schuld dat oom...." "Wie spreekt van je schuld! Je bent zoo onschuldig als een lam.
Zelfs in de diepste duisternis en met zijn makkers sprak hij niet anders dan met afgewend gezicht. Heette hij Claquesous? neen. Hij zeide: Ik heet Niemendal. Zoo er licht kwam, deed hij een masker voor. Hij was buikspreker. Babet zeide: Claquesous is een tweestemmige nocturne. Claquesous was als een schaduw, zwervend, verschrikkelijk.
De andere had geen tijd te antwoorden, al zijne oogen waren op de twee deernen, dat sloeg hem eerst met verbazing zulk vrouwvolk had hij nooit gezien, en zijn eerste gedacht was: dat zijn eigen zuster en Ida ook, daar begijntjes bij waren en meisjes van niemendal!
Is dokter niet precies zoo goed je zoon als Eva je dochter? Noem jij het andermans, ik noem het eigen! Van één meel, van één deeg!" "Ik spreek van zijn geld." "Geld is niemendal. Wát is geld voor iemand die genoeg heeft! Geld is een dood, een onnoozel ding...." "Stil vrouw, je praat zoo hard dat de jongens die daar knikkeren er van opkijken."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek