Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Zijn gewoon geschreeuw is een krijschend, afschuwelijk "retsj" of "rè", zijn angstroep een weinig minder onwelluidend "kè" of "krè". Soms schreeuwt hij als een Kat "miau"; volstrekt niet zelden zegt hij, wel eenigszins op de wijze van een buikspreker, maar toch volkomen duidelijk, het woord "markolf". Behalve deze klanken, die hem van nature eigen zijn, bootst hij alle tonen en geluiden na, die hij in zijn gebied kan hooren.
Zelfs in de diepste duisternis en met zijn makkers sprak hij niet anders dan met afgewend gezicht. Heette hij Claquesous? neen. Hij zeide: Ik heet Niemendal. Zoo er licht kwam, deed hij een masker voor. Hij was buikspreker. Babet zeide: Claquesous is een tweestemmige nocturne. Claquesous was als een schaduw, zwervend, verschrikkelijk.
"Wees voorzichtig, ge zult u snijden!" antwoordde Montparnasse. Thénardier hernam op dien beslissenden, hem eigenaardigen toon: "Maak dat ge weg komt, meisje, en laat de lieden hun zaken verrichten." Eponine liet de hand van Montparnasse los, welke zij weder gevat had, en zeide: "Ge wilt dan dit huis binnengaan?" "Even!" zei de buikspreker met een grijnslach.
De stem is moeielijk te omschrijven; zij klinkt als die van een buikspreker en geeft aanvankelijk aanleiding tot een onjuiste schatting van den afstand, waarop de schreeuwende Vogel zich bevindt. Men kan haar voorstellen door de lettergrepen, "jahoehajagagoega," die tot een samenhangend geheel verbonden zijn.
Vooreerst, zoo ge den tuin binnengaat, zoo ge dit hek aanraakt, schreeuw ik, klop aan de deuren, wek de menschen, ik laat u alle zes vatten en roep de stadssergeanten." "Zij zou het wezenlijk doen," zei Thénardier zacht tot Brujon en den buikspreker. Zij richtte het hoofd op en voegde er bij: "Met mijn vader te beginnen!" Thénardier naderde. "Niet zoo dicht bij mij, goede man!" zeide zij.
"Om 't even," zei, met een stem als van een buikspreker, de gemaskerde man met den grooten sleutel, "de oude is sterk." Thénardier ging naar den hoek bij de deur en nam den hoop touw, dien hij hun toewierp.
Toen plaatste zij zich met den rug tegen het hek, bood het hoofd aan zes gewapende bandieten, aan wie de nacht wezenlijke duivelsgezichten gaf, en zeide met vaste, doch zachte stem: "En ik zal 't niet toestaan." Zij bleven versteld staan. De buikspreker echter lachte voort. Zij hernam: "Luistert, vrienden! Dat is het niet. Nu spreek ik.
»Een slechte jongen! Ik wil mijn hoofd opeten als 't geen slechte jongen is!« gromde mijnheer Grimwig, als een buikspreker geluid voortbrengend zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken.
De jongens speelden drie dagen "cirque", in tenten van lompen en oude tapijten, met toegangskaarten van drie centen en twee voor meisjes, en daarna werd het paardenspel opgegeven. Eindelijk kwam er een buikspreker en een goochelaar die weder vertrokken en het stadje achterlieten somberder en droeviger dan ooit.
"Hebt ge mastik bij u om de vensterruiten stuk te breken." "Ja." "Het hek is oud," zei een vijfde, die de stem van een buikspreker had. "Des te beter," hernam de tweede, die gesproken had; "het zal dan niet onder de zaag krassen en niet moeilijk zijn door te snijden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek