Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Dat is het nu wat ik elken nacht verwacht, Miss Phelia; want als dat gezegende kind in het koninkrijk binnengaat, zullen zij de poort zoo wijd opendoen, dat wij er allen kunnen inzien naar de heerlijkheid, Miss Phelia." "Heeft Eva dan gezegd, dat zij zich van avond minder voelde dan anders?"
Als men de stad binnengaat, treft men links een mooie villa op haar eigen terrein; dat is de Oostenrijksche ambassade; aan den rand der stad aan den anderen kant zijn de nog grootere en mooiere gebouwen van het russische gezantschap. Die ambassades van de beide Grootmachten staan daar als twee wachthonden, elk met één oog op den ander gevestigd en het been tusschen zich in.
Met een ontsteld gezicht vertoont zich Maartje op den drempel en wenkt hare moeder. Nogmaals blijft Jacoba alleen. Zij luistert.... Bitter pijnlijke kreten doen zich telkens hooren. Aan een onduldbaar lijden moet die arme kranke ten prooi zijn. Terwijl de moeder met haar kind de deur der ziekenkamer opent en er binnengaat, snijdt een schrikkelijke wanhoopskreet de luisterende Jacoba door de ziel.
Het gebouw is nu kleeding-magazijn; maar de oude bouwtrant, de hooge vensters, de trap naar de poort, en tot zelfs het antieke smeedwerk van scharnieren en slot toe, doen het, alle verandering en nieuwigheid ten spijt, een kerk blijven. En die indruk blijft, zelfs als men binnengaat, en in plaats van bankenrijen, kasten ziet, en militairen inplaats van koster en kerkgangers.
Dat het ten eerste zelden gebeurt, dat men letterlijk van honger sterft; dat ten tweede gelukkig of ongelukkig? de mensch zoodanig is geschapen, dat hij, zedelijk en lichamelijk, veel en lang lijden verduren kan, zonder te sterven; dat men dus geduld moet hebben; dat dit voor de arme kleine kinderen beter ware geweest; dat het van hem, nietig, ongelukkig mensch, een dwaze daad was geweest, zich gewelddadig aan de geheele maatschappij te vergrijpen en zich te verbeelden, dat men door diefstal aan de armoede ontkomt; dat het in allen gevalle een verkeerde deur is, door welke men, om uit de armoede te geraken, die der schande binnengaat; kortom, dat hij ongelijk had gehad.
Vooreerst, zoo ge den tuin binnengaat, zoo ge dit hek aanraakt, schreeuw ik, klop aan de deuren, wek de menschen, ik laat u alle zes vatten en roep de stadssergeanten." "Zij zou het wezenlijk doen," zei Thénardier zacht tot Brujon en den buikspreker. Zij richtte het hoofd op en voegde er bij: "Met mijn vader te beginnen!" Thénardier naderde. "Niet zoo dicht bij mij, goede man!" zeide zij.
„Canaille-pak,” zegt hij halfluid, en als hij de deur binnengaat, keert hij zich nog even om naar de vrouwen, neemt met een spottende buiging zijn kletsnatten hoed af en roept: „Au revoir, mes anges”. Hij hoort nog hoe zijn kwelgeesten schateren, vloekt een paar malen binnensmonds en gaat dan de trap op.
Zoo lang men zich in zijn geboorteland beweegt, verbeeldt men zich, dat ons de straten onverschillig zijn, dat deze vensters, deze daken en deze deuren ons niet aangaan, dat deze muren ons vreemd, dat deze boomen niets meer dan andere zijn, dat deze huizen, waar men niet binnengaat, geen belang voor ons hebben, dat deze straatsteenen, welke men betreedt, niet anders dan steenen zijn.
Dat dit gebouw echter slechts een romp is en geene woning, zult gij straks wanneer gij er met mij binnengaat ontwaren; dat daarbinnen vroeger een doolhof was, kan uwe belangstelling te beter wekken, wanneer gij uit LE FRANCQ VAN BERKHEY ziet hoe prettig keuvelen en koozen het daar moet geweest zijn in den "Tijd der Werthers en Charlotten, "Tijd der moesjes en der pruiken,"
Boot van de Millioenen Jaren is haar naam, maar de menschen noemen haar de Manzet Boot in den morgen, als Ra in al zijn pracht en heerlijkheid opkomt aan den oostelijken horizon van den hemel; de Mesektet Boot wordt ze genoemd in den avond, wanneer Ra glorierijk de portalen binnengaat van de Duat, waar de berg Manu zijn pieken verheft tegen den westelijken hemel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek