United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij keek het aan met een gezicht vol onschuldige verbazing. "Wel! Dat is een lint van Juffrouw Phelia is het niet? Hoe kan dat in mijne mouw komen?" "Jok maar niet, gij ondeugende meid. Gij hebt het gestolen." "O, Juffrouw, ik wil zweren van neen. Ik heb het nooit gezien dan nu op het oogenblik." "Topsy," zeide Ophelia, "weet gij niet dat het liegen goddeloos is?"

"Wel, wat nu?" "Wij moeten niet hard spreken; Mijnheer St. Clare wil er niet van hooren; Miss Phelia gij weet, er moet iemand waken voor den bruidegom." "Wat meent gij, Tom?" "Gij weet wel, de Schrift zegt: "Te middernacht geschiedde een geroep: Ziet de bruidegom komt."

Ophelia beproefde het recept, en Topsy maakte altijd eene geweldige opschudding, gillende, kermende en jammerende; hoewel zij een half uur later, als zij onder "het jonge goed" zat, met de ontvangen kastijding den gek stak. "Och, Miss Phelia slaag geven! Haar slaan zou geen vlieg doodslaan. Zij had eens moeten zien, hoe mijne oude meesteres er de lappen deed afvliegen; die kon anders slaag geven!"

Ophelia stond zich met het papier in de hand te bedenken. "Gij ziet het wel, Miss Phelia," hervatte Rosa, "ik zou niet zooveel om het slaan geven, als Miss Marie of gij het deedt; maar, naar een man gezonden te worden en zulk een afschuwelijk man en de schande daarvan, Miss Phelia!"

Clare, het kind roepende. Topsy kwam. In hare ronde oogen flikkerde een mengeling van vrees en hare gewone koddige dartelheid. "Waarom gedraagt gij u zoo?" zeide St. Clare, die bijna niet nalaten kon om de uitdrukking van het zwarte gezichtje te lachen. "Ik geloof dat het aan mijn goddeloos hart ligt," antwoordde Topsy zeer stemmig. "Miss Phelia zegt dit."

Hij zocht Miss Ophelia op, die hem sedert Eva's dood altijd met bijzondere achting en vriendelijkheid had behandeld. "Miss Phelia," zeide hij, "Mijnheer St. Clare had mij mijne vrijheid beloofd.

Dat is het nu wat ik elken nacht verwacht, Miss Phelia; want als dat gezegende kind in het koninkrijk binnengaat, zullen zij de poort zoo wijd opendoen, dat wij er allen kunnen inzien naar de heerlijkheid, Miss Phelia." "Heeft Eva dan gezegd, dat zij zich van avond minder voelde dan anders?"

Juffrouw Phelia zal het op het bed hebben gelaten, en zoo is het in de lakens gekomen, en zoo in mijne mouw geraakt." Ophelia was zoo verontwaardigd over dit onbeschaamde liegen, dat zij het kind bij de schouders greep en heftig schudde. "Zeg mij dat niet nog eens!" Het schudden deed de handschoenen uit de andere mouw op den grond vallen. "Daar, gij !" zeide Ophelia.

En de blanken zijn ook zondaars dat zegt Miss Phelia; maar ik geloof dat negers toch de grootste zijn en, och, gij allemaal haalt nog niet bij mij. Ik ben zoo geducht ondeugend, dat niemand iets met mij kan uitrichten. Ik placht mijne oude meesteres den halven dag op mij aan het vloeken te houden. Ik denk wel dat ik het ondeugendste schepsel op de wereld ben."

Hij zeide mij dat hij begonnen was met de papieren gereed te maken; en als nu Miss Phelia zoo goed wilde zijn om er met mevrouw over te spreken, zou zij er misschien wel mede willen laten voortgaan, daar het toch Mijnheer St. Clare's verlangen was." "Ik zal voor u spreken, Tom, en mijn best doen," zeide Ophelia, "maar als het van Mevrouw St. Clare afhangt, kan ik niet veel voor u hopen.