Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Ja, groot plezier, vriend Snepvangers, want als ge het boeksken leest, dan neem ik u niet meer mee... En ik zal u leeren visschen zooals ik u heb leeren speeken, omdat ik u genegen ben... Kom, laat ons nu een boterhammeken eten, want er is niks zoo slecht als nuchter te blijven in de dauw van den Polder! Maar de lijnen?
'En oarig vroolijk mins; lachen dee ie net of 't m'n buur was, niks domeneisachtig; moatjes egoal. Moar geleerd, wies geleerd! nog boven de biebelse historie-vroagen uut." "En zou'j 'et boantje dan kriegen Jochem; en hoeveul zou 'et afschuuven, zeg?" "Loop! weet IK 'et! moar kriegen doe 'k 'et zeker. As ik één vroag buuten 't buukske moar beantwoorden kos.
Maar toen ze opkeek, zag ze 't weer zijn oogen, zijn groote oogen, die over haar hoofd heen keken naar een hoek van de kamer. Angstig, hokkend van schrik draaide ze zich om, met éen ruk. "Waar kijk je naar?" vroeg ze rauw. "Hè, wat ben je nou opgewonden! Ik keek naar niks!... Je doe me schrikken." "Jij mij ook," zei ze, terwijl ze begon te huilen, zacht als een kind.
En, mijnheer de baljuw, neem het mij niet kwalijk, hij is een geresolveerde kerel en goed in dezen tijd te gebruiken en gisterenavond, ik wil niks niemendal tegen mijnheer Droi zeggen, want hij moet weten wanneer het tijd is met geweer en sabel op een mensch af te gaan, maar gisteren ging Frederik geheel alleen op den Fransoos aan, en al waren ook zijne redeneeringen voor uwe kamer en voor mijne ooren niet fatsoenlijk genoeg, zoo zeî ik toch in mij zelve: dat is een kerel, die durft.
Ze hadden 't in mekaâr gedraaid, en gebreuiken 't as 'n kabel, om de ankers mee te winden." "Wel," zei ik teuge Geis, "geloof jei dat? Ikke niet." "Och!" zeit Geis, "as ik zoo nadenk, onze lieven Heer is allemachtig; 't kan makkelik waar weeze." Das ook al mis, dacht ik. Nou! we namme nog en opfrissertje, en toen vroege we an Kla-as of ie ons niks te vertelle hat van sen laaste reis.
Ze hadden inkoopen gedaan, 'n ons Maria-koekjes bij de thee en garneersel voor 'n nieuwen hoed voor Treesje. "Niks geweest, Sien?" "Nee Mevrouw." "Wie heeft d'r weer zulke schandelijke voeten op de witte loopers gezet?" "Jongeheer Sijors." "Meneer heeft 'm toch verbojen om uit te gaan, als-die uit school komt." "Daar weet ik niks van." "Heb ù 'm uitgezonden, moeder?"
"Dood," zei Geerten ... "Ga roep iemand om hem te lijken ... hij is al bijkans koud ..." "'k Zal 't wel alleen doen ... een ander moet er zijn neus niet insteken ... en Sophie ook niet ..." "Niks gevonden?" vroeg ze ná een poos, naar de in wanorde liggende kast gaande om de lamp te nemen. "Niks," antwoordde Geerten norsch ... "'k trek er uit ... Zijt ge niet bang?" ...
„Zeg, Snoeper!” schreeuwt een van de werklieden, die, met beide ellebogen op tafel steunend, uit een kom koffie drinkt en een dikke boterham met roggebrood voor zich heeft liggen, „zeg, waar heb jij nou weer die kaas opgedoken?” „Och, laat hem zitten, hé!” vraagt de bedienende kastelein, en glimlachend voegt hij er bij: „Meneer doet jou immers niks!”
Doch juffrouw Greenfield kon geen bewijzen vinden dat er op den zak harer meesteres gespeculeerd werd, en er werd bevel gegeven, aan Caddles' baby een grooter dagelijksch rantsoen te verstrekken. Nauwelijks was het eerste rantsoen op, of daar kwam Caddles alweer aan, met een wanhopig air van "ik kan er niks aan doen."
Seffens zijn wij in Zwitserland, Mama, vezelde hij, ik ga den gids spreken want met haar kunnen wij toch niet geplaagd blijven... Neen, Snepvangers. Wat moeten de menschen wel denken, ik schaam mij de oogen uit den kop. Wij gaan nog liever terug naar huis, Snepvangers. Natuurlijk, al moeten wij er al ons eens bij verliezen en niks gezien hebben. De trein stopte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek