Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
"Nemt gij het kerreken mor mee," zei Pallieter, "Loebas blevt bij ons, dieë zal toch niks voertvertelle. Salu!" Nu stonden Pallieter en Marieke en Loebas op het schip. Zij wilde door het valluik naar beneden gaan om zich te verkleeden, maar Pallieter zei lachend: "Nij nog ni of wij blijven er."
Ja dat is het... de kanonballen huilen in de lucht... ge ziet ze naar beneden komen en trekt in het begin den kop in... maar ge raakt eraan gewoon... het deed ons niks meer... we telden ze... Maar Snepvangers toch... Mijn vrouw was bang ... maar ik ben onder het bombardement naar mijn dochter geweest om de kinderen te zien... Die waren allemaal zoo moedig dat zij niet eens wilden vluchten.
Hij kon niks, en daarom deed i maar niks. Je kon toch de dingen niet zoo weergeven als je ze onderging. Hij had maar één wensch: te versterven, onaandoenlijk te worden voor honger en slaap, voor kou en nat. Dat waren je groote vijanden. Eeuwig en altijd moest je weer eten en slapen, moest je weg van de kou, werd je nat en beroerd of moe.
"As ze van je thuis niks voor je doen....?" vroeg Marie; haar gezichtje was één zachtheid van begrijpen en beklag. "Ja, ook al....." zei de jongen vaag; daar scheen bij hem de schoen niet te wringen. "'t Ergste is maar, as je 't zoo treft," viel hij dan weer bij, "jij zoo goed als ik, hé....?" En met dezelfde ondergrondsche vertrouwelijkheid in zijn goedig vervaarde oogen zag hij haar aan.
"Moar grootvoader, wat schêlt oe toch....?" sprak Frerik, alsof hij er niks van begreep. "'t Is gek....!!! 't is onneuzel....!!! da wee'k best," hakkelde de oude Arie: "moar moar, 'k zie zoo vol.... zoo stik vol ien 't gemuud.... Frerik, ge bint.... zoo'n goeje jong en da'j.... en da'j.... nou vort zult.... 't is onneuzel, moar.... zie, doar bin'k kapot af...."
Even staat-ie met het touw om zijn middel op den rand van het bootje. Dan floep. Breede, nijdige kringen cirkelen om de plek waar hij verdwenen is. Groote spattende stankbellen borrelen op. "Vieren! Meer vieren!" schreeuwen ze van den walkant. Gerrit komt boven, proestend en hijgend. Modder hangt om zijn haar. Niks. Hij wordt in het bootje getrokken. Een ander man springt in 't modderwater.
Zijn ruige, bruine eelthanden scharrelden zenuwachtig rond in den kleinen lichtkring die van onder de lampkap uitkegelde ... Gejaagd verlegde hij doosjes en ledigde een ouwe draad-versleten geldbeugel van moeder zaliger ... "Niks!"
»Ja,« antwoordde Oliver. »Ik heb niet onder een dak geslapen, sinds ik op weg ben.« »Maak je daar maar niet ongerust over,« zei het jongmensch. »Ik mot vanavond in Londen zijn, en ik weet 'n knappe ouwe meneer die daar woont, daar ken je voor niks slapen; die meneer zal je nooit 'n cent vragen ten minste als je bij hem wordt gebracht door iemand die hij kent. En kent hij mij niet? O nee!
Ik kon 't den langoor anzien dat ie er niks te goed toe is ewest um met Absolom ekspresseliek onder de boome deur te scharminkelen.
Meneer, mevrouw, de dochter uit 't huis verdwenen de deur op slot en Kobus die orders had z'n mond te houden.... "Nou, Pièt," dolk-stak mevrouw: "wat zeg je daar van?" "Ik zeg niks," zei hij geslagen: "'t wordt 'n miserabele historie. Misschien beleven we de oplossing niet." "O, o," snikte mevrouw, haar tranenloop van den nacht hervattend: "zoo troost-ie je zoo troost-ie je"....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek