United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rozeke voelde 't als 't ware op haar loeren en haar angst werd ontzettend toen zij daar plotseling een vrouw zag buiten komen, die bij de houten pomp vóór 't geveltje ging staan en zich daar even bezighield. "O! de dieë zal hem zien! 't Es of z'er espress veuren kwam!" schrikte Rozeke. Zij kende die vrouw: een allervervelendste babbelkous! Doch zij verademde. De Vrouw had niet eens opgekeken.

Daar ging hij met de beenen kruiselings zitten, liet het hoofd tusschen de knieën rusten en keek ons verachtelijk aan, waarna hij ons den rug toekeerde. Effendi, met den dieë hebben wij afgerekend, zeide Halef. Wie komt nu aan de beurt? Humun antwoordde ik kortaf. Hoeveel? Twintig. Van wien? Dat moogt gij bepalen! Murad Habulam! De Hadschi was ook niet van gisteren.

Maar daar zag Pallieter aan den omdraai, roerloos als een steenen beeld, een visscher staan hengelen met lijn, en hij riep: "Dieë sto weer te wachte, nor iene dien hem noet ni hee gezien!" De visscher zag eens onverschillig op, en sloeg rap zijn oogen terug naar het roode stopje. Ze vaarden verder, en Marieke juichte ineens, naar de lucht wijzend: "Dondertores, dondertores!"

Sint Steffen is gekomen Hard geloopen; duur verkoopen, Honderd gulden veur dieë kôe, En een dikke stoetbrugg' toe. Te Oosterhesselen komt hier nog bij: Met dikke boter, die mag ik, en die mag elk, Dan gef de kôe ook botter en melk. Dan legt de knaap een weinig hooi voor elke koe, gaat naar de keuken en zegt: "Ik heb jôe kôenen steft"; waarop hij door de boerin wordt onthaald.

"Nemt gij het kerreken mor mee," zei Pallieter, "Loebas blevt bij ons, dieë zal toch niks voertvertelle. Salu!" Nu stonden Pallieter en Marieke en Loebas op het schip. Zij wilde door het valluik naar beneden gaan om zich te verkleeden, maar Pallieter zei lachend: "Nij nog ni of wij blijven er."

Loat ons bij Veel-Hoar goan en de dieë mag 't vijffrankstik hoûen, stelde Deeske voor. Ietwat onthutst keek Theofielke op. Bij Veel-Hoar! Om wat te doene? vroeg hij eindelijk. H

"De dieë 'n zijn nievers beschoamd in!" Leontientje hield de oogen neergeslagen en zei een poosje niets meer. Zij pelde een eitje, met zachte, beschaafde beweginkjes. Haar frissche wangen kleurden zoet-rozig in den laatsten avondgloed die door de ruiten scheen en haar mooi blond haar golfde sierlijk, vol gouden tintelingen, om haar rein voorhoofd. Eerst na een tijdje keek zij weder op.

"Zijn vreiw in 't kinderbedde gestorven en hij oarm en allien achtergebleven met drei kleine kinders..." Ach! was Feelken reeds weduwnaar en was het overleden vrouwtje datzelfde jong meisje, om welks bezit hij vroeger, als kleine koewachter, met messen wilde vechten? O nien, nien 't," zei Zieneken; de dieë was al lank vergeten. 't Was 'n heul andere."