United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl klonk almaardoor de zoete gemoedelijke stem van den gevoeligen cello. Stil vaarden ze, en aan 's pastoors hof, die met planten-bekleed-traliewerk van het waterken gescheiden was, hielden ze stil en bleven rechtstaande in het schuitje luisteren. De pastoor zat buiten, onder een bloeiende perelaar. In den donkeren zag men alleen zijn grooten kop en zijn bleeke handen.

Hij kon je precies vertellen hoe op dien en dien dag de schaduw van die en die boomen bij Zalt-Bommel op die en die laan viel en welke schepen toen en toen langs Kuilenburg vaarden in de Lek, toen je met Japi over de spoorbrug reed. En dan zat i maar bij 't raampje in afwachting: "nu komt dit, nu komt dat". Uren lang. En als i iets zag dat i bijzonder goed kende dan knikte i en lachte.

Ze zwegen, en zagen van tijd tot tijd eens, als bij verrassing, malkander in 't gezicht, en dan was er een glimlach op hunnen mond en een lichtje in hun oogen. Ze vaarden onvoelbaar verder en zagen traag de voorste velden en boomen voorbijschuiven, terwijl de einders en de verre hooioppers meewandelden. En over dien grooten landlap hing geen zucht.

Uilenspiegel was wel te moede; hij floot als de leeuwerik; allerwegen antwoordde het strijdzuchtig gekraai van den haan. De booten vaarden of vischten, verkochten hare vangst en landden de eene na de andere te Emden. Daar huisde Willem van Blois, heer van Treslong, die, op last van den prins van Oranje, een schip uitrustte.

Van tijd tot tijd nu, trok Geerten de Schelde over naar Sint Anna, waar hij den huisbewaarder der Yacht-Club bezocht, met hem hernieuwend de kennismaking van vroeger toen ze samen als lichte matrozen vaarden op den "Devonshire" ...

Zeer voorzichtig en langzaam vaarden wij om het eiland Madera heen. Het naderende daglicht liet nu boven op de bergen boomen en groen onderscheiden, al schenen de tallooze kleine zeilscheepjes, die dicht langs de oevers bleven, ook van verre gezien, nog witte vlinders tegen den zwarten achtergrond van rotswanden.

Zij waren gulzig naar elkander, zoenden omtermeest, en konden niet dicht genoeg bijeen zitten. Intusschen vaarden zij verder, en de vroege avond kwam rap in de lucht. Grijsgrauw werd de streek, de wind viel uit de zeilen, en er kwam een stilte. Zij verkenden het landschap niet meer, en in de verte werd er een lichtje aangestoken. Maar zij wisten van geen opstaan.

"Neeje!" zei ze, "'k doen alles te voet, al zeven uren in den regen, in zoe'n hondeweer!" en ze keerde terug naar den steenweg, en vervoegde de andere pelgrims, Pallieter en Fransoo lachten, maar toch vaarden zij dan terug. Pallieter luisterde naar den regen, en Fransoo, die maar smoorde, zag soms met één oog het blauwe landschap aan. Als zij thuis kwamen, herkleedden zij zich.

Ze vaarden verder, en terwijl begonnen de hooge wolken in de lucht dooreen te wroeten, en die witte trotsche kolommen zakten ineen, werden verkneed en uitgetrokken en weer bijeengemengd tot loodgrijze lappen, die het blauw van den hemel sloten, en 't was lijk een groot grijs tentzeil dat over de wereld stond gespannen.

Toen zij omtrent de stede langsheen de Maas reden, zag Lamme dat Uilenspiegel aandachtig al de booten bezag, die op den stroom vaarden, en dat hij eindelijk bleef staan voor eene, met een gebeeldhouwde meermin op den achtersteven. En die meermin hield een schild vast, waarop, met gouden letteren op een zwart veld, het teeken I-H-S stond, het teeken dat Onzen Heer Jezus-Christus bediedt.