Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 november 2025


Had ik geld, ik zou alles teruggeven aan hen die het verloren hebben, al is het niet door mijn schuld. Arme vrouw, arme Liesje. Dat zij zoo lijden moesten dat o, die schurken ik zou neen neen, ik moet mijn vijanden vergeven. Ik dank u Heer, dat ik mijn vrouw en kind terug zal zien. Maar zal ik voor hen kunnen werken! Zal ik ergens een plaats vinden.

Zij lag daar zoo vreedzaam, zoo stil, zoo geheel bevrijd van alle harteleed; maar ik heb daarboven gejammerd van overgroote smart en droefheid " De oude vrouw zweeg en droogde hare oogen af. Liesje had het hoofd in den schoot harer tante verborgen, ook zij snikte zacht.

Weest gelukkig!" antwoordde Orleman en met een vriendelijken groet verdwenen zij, onder de dankbetuigingen van vader en moeder en Liesje. De koning zat juist voor het raam te kijken, toen zijn kleine onderdanen terug kwamen van den langen tocht. Hij wenkte, dat ze binnen moesten komen. "Wel?" vroeg zijne Majesteit. "Hebt ge hen gevonden."

"Och, spreek daar niet van, tante!" bad Liesje vriendelijk en zag haar door hare tranen heen lachend in het gelaat; "ik zal niet weder zoo dwaas weenen; maar hoor! dan bromt gij ook niet meer. Ik ga nu met u naar beneden, en zal u helpen de duiven klaar te maken en ze zóó braden, als vader ze graag lust? En hebt gij reeds radijs uit den tuin gehaald of zal ik het doen?"

Maar Liesje wilde niet gelooven, dat Army trotsch geworden was, dezelfde Army, met wien zij nog kort geleden zoo vroolijk gelachen had; zij moest het hemzelf vragen; zij begaf zich op weg naar het slot. Zij trof de jonge lieden onder den grooten lindeboom aan: Army stond op het punt te vertrekken, maar het was spoedig opgehelderd; hij moest onverwacht op reis, anders zou hij zeker gekomen zijn.

Zacht werd de deur der ziekenkamer opengedaan, en Nelly trad binnen. "Wat slaapt zij gerust!" fluisterde zij, een blik op de zieke werpende, en ging op een bankje, aan de voeten harer vriendin zitten. "God zij gedankt! De dokter oordeelt, dat het gevaar voorbij is; ach, Liesje! wat ben ik gelukkig! Ik gevoel mij nu ook weder sterk, en gij zult nu van nacht slapen, gij goedhartig schepsel!"

"Mag ik Karel niet nog eens zien? ik bid u tante!" vroeg zij nog altijd snikkend. In de kamer daarnaast lag een bleeke knaap op het sneeuwwitte kussen; zij trad zacht naderbij en staarde op de lieve, welbekende trekken hoe dikwijls had die mond "tante Liesje" tegen haar gezegd, hoe vaak hadden die groote oogen haar lachend aangezien, en nu zoo stil, zoo stom!

Hij stond een oogenblik besluiteloos; in zijne verbeelding zag hij een kleine meisjesgestalte, zooals hij die vroeger honderdmaal gezien had, Liesje, lompenmolenaars Liesje van den papiermolen, daar beneden in het dal. Zij zag hem met de helderblauwe kinderoogen aan; de roode lippen openden zich: "Army, gaat gij mede?

Ja, een zware bezoeking is over ons gekomen," sprak hij ernstig, en streek haar over de natte, bruine vlechten; "en zijt gij in dat weer hier gekomen? Wat zijt gij altijd medelijdend! Nietwaar onze Karel, Liesje! onze lieve, flinke jongen o, het valt zwaar, niet tegen God te morren. Mijn arme Rosine! Hij was immers haar trots."

Wel zei Moeder eens: "Liesje, zou je niet eens een paar sokken voor Vader breien?" Maar aan sokken voor Vader moesten zulke akelig groote voeten, en Vader zei: "Och, laat haar maar, als ze geen' lust heeft."

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek