Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Ja, die hebben des te meer," sprak hij half luid; "men moet zich maar met lompen en diergelijk tuig afgeven, dan stroomt iemand het geld toe; en dat alles zal de hand vullen van het kleine meisje, met 't welk ik eens speelde. Lompenmolenaars Liesje is de rijkste erfgename uit den ganschen omtrek waarachtig, het is om zich dood te lachen, zooals het in het leven verdeeld is."
"Wat is er met Liesje gebeurd?" vroeg zij buiten adem, naderbij komende. "Zij weende." "In de eerste plaats moet ik u vragen, Nelly, waar gij geweest zijt; en u zeggen, dat het zeer onfatsoenlijk voor een jonge dame is, zoo hard te loopen en in zulk een kleeding!" "Grootmama!" riep zij, vroolijk lachend, "wat zijt gij koddig! Alsof ik ooit een ander toilet bezeten heb!
Ook Nelly weende, en toen zijne gestalte achter de huizen in het dorp verdween, vroeg zij angstig: "Nietwaar, Liesje, gij zijt niet boos op Army?" Maar Liesje antwoordde niet; zij schudde slechts het hoofdje en ging zwijgend nevens hare vriendin verder.
"Goeden morgen, Liesje!" sprak hare schoondochter, opstaande, en gaf het jonge meisje de hand. "Ik vraag vergeving," zeide Liesje, terwijl zij zich tot de oude barones wendde; "ik wachtte reeds eenige minuten, voor ik het waagde uwe opmerkzaamheid te trekken, wijl ik vreesde u te storen," sprak zij kalm, op den hartstochtelijken uitroep der oude barones.
"Ga gij maar eerst naar binnen, mijnheer de baron!" antwoordde zij koel, "Liesje zal wel volgen; ik heb haar eerst nog wat te zeggen, en gij zult ook nog velerlei met uw schoonvader te bespreken hebben." Zij trok het jonge meisje aan de hand mede naar haar kamertje. "Wij krijgen bezoek, tante," sprak deze; "Peter moet Army's moeder en Nelly met den wagen halen." "Goed, ik zal het zeggen."
Als men weet hoe gemakkelijk menschen langzamerhand in de waarheid van eigen vaak herhaalde onwaarheden gaan gelooven, dan begrijpt men zeker, hoe betrekkelijk licht dit ook dezen priester van een suggestief wondergeloof, in zijn lang leven moet gelukt zijn. Op 't oogenblik dus, dat hij Wouter vertelt, dat Liesje Kruger liefhad, vertelt hij geen bewuste onwaarheid.
"Ik had tevreden moeten zijn, zoo mijn schoonvader mij den kantoorstoel had aangewezen, maar hij heeft het beter met mij gemaakt; Liesje brengt als bruidschat onze oude familiegoederen mede, ik zal weder heer op Derenberg wezen." Hij had langzaam gesproken en op ieder woord gedrukt. Zij keerde zich met één ruk om; haar groote oogen zagen hem verbaasd aan, als geloofde zij zijne woorden niet.
"Ik loop met Elsje. Mag ik met Elsje?" vroeg Liesje, toen het gezelschap zich in beweging zette om naar huis te wandelen. "Ja, maar ik loop ook naast Elsje," zei Frits. "Kijk eens Cilly, heeft Roodkapje mijn hoed niet mooi versierd?" "O, stond ze daarom zoo ongeneerd vlak bij je?" vroeg Cécile scherp. "Zoo, heb je dat nog net gezien? Ja, ja, Roodkapje en ik zijn beste maatjes."
Selldorf stond bij de kerkdeur; blozend bood hij Liesje bij het uitstijgen de hand, en vroeg den heer Erving vergunning in zijne bank te mogen plaats nemen. Zoo zat hij gedurende de prediking naast haar, en tante Marie zat naast hare ouders, op de voorste stoelen. Eere, wien eere toekomt!
Waarom blijf je daar zoo stil liggen?" "Zoo zoo, jonge dame, hebben wij het ons zo gemakkelijk mogelijk gemaakt?" klonk de stem van Frits toen. "Gelukkig dat wij je eindelijk gevonden hebben; dat is me een zoeken geweest, he Liesje?" Verlegen sprong Elsje op. Dat Frits haar daar zoo had moeten zien liggen! Wie weet, hoe ontzettend weinig jongedamesachtig hij hare houding gevonden had!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek