United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar in den nacht, waarvan ik sprak, toen was die man een kind; zie, de datum heugt mij nog, het was de vierentwintigste September " "Toen ben ik bevallen, Bart!" "Dach ik het niet al," zei oude Jaap, "dat het bijgeloof was?" "Stuurman," zei hij, "ik ben geen fijmelaar; maar was ik jou, ik ging naar mijne kooi, en ik deed een gebed, dat zal je lucht geven."

Nogmaals kuste ze hem en met de tranen nog op de wangen viel hij in slaap. Hij droomde van water en nog eens water. Zag grootje er in zakken, zooals de koeien en paarden Elsje riep om hulp, maar hij kon niet bij haar komen want Krijn en Jaap hielden hem vast en riepen; "Wat geef je er om, ga mee!" Hij wilde zich losrukken en vloog overeind.

En nu zitten ze weer in hun huiske aan den zoom van de hei. Jaap heeft den geheelen dag hard gewerkt en is nu bezig op de deel zijn spullen aan kant te brengen en alles gereed te maken voor den volgenden dag. Want hij moet weer vroeg aan 't werk. Hij is met een vracht dennestronken de achterdeur ingereden.

"Stuurman," had Jaap, de oude matroos, gezegd, "is het geen afschaduwing des hemels? Ik zou niet vreemd opzien, als mijn Guurtje mij in de eeuwigheid in zulk een licht te gemoet kwam." Guurtje was 's mans mooije dochter, aan de tering gestorven. En Bart woeste, wilde natuur als hij was, had den oude willen afschepen met een: "Wat schort je, paai?" maar zijne stem was in zijne keel blijven steken.

"Jaap zegt," zei Bob, "dat de oogen van een poes net klokjes zijn; je kunt er op zien, hoe laat het is." "Ja," zei Hans, "Jaap zegt: als 't pilletje in zijn oogen als een recht streepje omhoog staat, is het twaalf uur." "Het pilletje? O, de pupil," gierde Door. "Nel, Dolf en Leni, hoort eens, wat onze logétjes vertellen. O, "onmogelijk" leuk!"

Terwijl Hannes den bruine naar stal bracht, kon Jaap opruimen om den volgenden morgen dadelijk met afladen en 't kleinhakken van 't hout te beginnen. Je kan wel zien, dat 't sterven van Geertje hem ouder heeft gemaakt. Daar gaat geen uur voorbij, of hij moet aan haar denken, en hij is maar blij, dat hij uit de drukke stad op 't land terug is, en dat hij weer rustig kan prakkizeeren.

"Grootje, grootje," snikte hij, "het water staat in de keuken. Krijn en Jaap hun moeders zijn weggeloopen en wij zijn hier alleen," snikkend viel hij grootmoeder om den hals. "Och Heere, Heere!" bad de oude vrouw, "loop gauw, neem Elsje mee, misschien kan je er nog door, gauw! gauw dan! Het is toch een gat in den dijk." "'t Kan niet grootmoe, en u dan," vroeg Bart, en klemde zich aan haar vast.

Als je'm tegenkwam en je vroeg: »Jaap, hoe gaat 't met den kleinen Gerritdan kwam er een groote blijdschap over zijn gelaat en dan was 't antwoord steeds: »best, jong, bestEn nou moet je nog even meêgaan naar de hei, je weet wel, naar dat bekende plekje van de drie berken. De winter is voorbij en de lente is gekomen.

Van de 250 kinderen die door de NV ondergebracht werden is er zelfs niet een in de handen van de Duitsers gevallen. Maar september 1944 werd een inval gedaan min of meer bij toeval in een landhuisje bij Nijverdal, waar Jaap Musch verbleef met vier Joodse kinderen. Jaap vluchtte niet, om de kinderen de kans te geven weg te komen en dat is hun gelukt.

Bart trok den broek en kousen van de lijn aan en kroop weer bij grootmoe onder de deken. Nu waren ze een poos stil. "Ik heb honger," zei Bart. "Jongen," grootmoe aaide hem liefkoozend over het hoofd. Als hij nu toch eens weggegaan was met Krijn en Jaap. Dan zouden grootmoeder en Elsje zeker verdronken zijn. Hij rilde er van. "Komt vader nog niet," vroeg Elsje. "Ja, vader komt straks.