Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Zie je, Jaap, toen de zon gisteren op de hei plotseling doorbrak, merkte je niets van het lied, dat de scheidende dag als zijn avondzonnezang zong. Maar hier zie je toch wel den zonneschijn over Geertje's gelaat, hier hoor je toch wel het afscheidslied van het scheidende leven? Hij zei Jenneke met een knik g'ndag en zette zich zwijgend tegenover haar.
Eindelijk zei ze fluisterend: »alles licht... alles licht...! Niet... met je rug... naar 't licht gaan staan... vader... niet... met je rug... naar 't licht... Ze vroeg aan moeder wat te drinken. Na een paar teugjes te hebben genomen, bleef ze roerloos liggen. Jaap Boesveld zat onbewegelijk. Hij kon geen woord zeggen.
't Was doodstil om hem heen. Het eenige antwoord, dat de hei op al zijn vragen gaf, was 't ritselen van 't dorre beukeblad, als er een windstoot door de struiken ging. Jaap leunde met zijn rug tegen de kar. »Stil bruine, de baas moet nog even de pijp aansteken.« Hoe meer de zorgen hem drukten, des te krachtiger rookwolken blies hij uit.
Jaap komt aangewandeld met een jong boompje in de ééne en een spa in de andere hand. Je behoeft niet te vragen, wat hij gaat doen. Hij had gewacht op het geschikte oogenblik om het doode berkje door een nieuw te vervangen. Daar had hij nou zoo z'n aardigheid in en daar behoefde niemand iets van te weten. Zulke dingen doe je 't beste alleen, zonder drukte. Tegen Jenneke had hij ook niets gezegd.
Den volgenden dag ontmoette Jaap Boesveld den dominee, die naar Geertje kwam kijken. Jenneke had hem op den dominee opmerkzaam gemaakt. Hij had 't niet erg op stadsdominees. Ze liepen gemeenlijk zoo luchtig over de zaken heen. Vooral zulke jonge menschen, zooals er nu een tegenover hem stond.
Toen de vreemde vrouw uit de stad 's avonds wegging, bleven zij met hun drieën in de woonkamer achter en sinds dat oogenblik zijn ze met hun drieën gebleven. De menschen in 't dorp vonden, dat Jaap heelemaal weer opfleurde.
"En ik vertelde hem hoe goed wij het hadden hoe lief ik jou heb; dat behoefde ik hem niet te zeggen, hij had het wel gehoord, toen ik zoo angstig uitriep: "Jaap, als haar uurtje eens geslagen is!" want ik maakte er voor hem geen geheim van, dat je mij, vóór ik heenging, zei, dat je geloofde ... Weet je nog, Hanna, dat de tranen jou in de oogen kwamen, toen ik bij jou haperen een' voet van den grond sprong, en hoe je mij zeî, dat ik altijd zou mogen denken, dat ik je gelukkig had gemaakt, als ik je eens niet weêr zag?
"Dag moeder," zei Krijn en hij stapte de deur uit naar het huisje van Jaap. "Ik ga niet mee," zei Bart nu bedrukt. "Hè, mag je niet, da's gemeen," was 't antwoord, "je hoeft toch niet op je zusje te passen." "Moeder is niet thuis vandaag," antwoordde Bart. "Nou, je grootje is er toch. Wat zou dat? Kom ga maar mee!"
Jaap antwoordde niets, 't dwarrelde alles voor zijn oogen. De zuster schoof tusschen het bed en het scherm in, links van de zieke, terwijl rechts aan het hoofdeinde haar moeder zat. Langzaam ging Jaap naar Geertje toe en lei zwijgend zijn hand op haar arm. Zij had de oogen toe en scheen te sluimeren. Wat was ze afgevallen en wat zag ze bleek!
Hij had er nooit aan getwijfeld, of hij had goed gehandeld, maar of het kwam van den schrik, dat hij Geertje zou moeten verliezen, dat wist hij niet, maar hij begon aan de rechtmatigheid van zijn gedrag te twijfelen. Maar Geertje zelve had toch ook nooit met haar kind op 't dorp willen komen. Dat wist Jaap zeker, want ze had net 't karakter van haar vader. Met die gedachte paaide hij zich.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek