Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Veeltijds is het laat in den nacht, eer vader uit zijn societeit of kollegie t'huis komt, terwijl moeder en de kinderen, die gemaakt hebben, dat zij een half uurtje te voren binnen waren, al slapende en geeuwende met het avondeten zitten te wachten.

Dat zou wat moois zijn. Ze zijn een vernederd geslacht." "Denkt gij niet dat zij onsterfelijke zielen hebben?" zeide Ophelia, met toenemende verontwaardiging. "O, natuurlijk, daar twijfelt niemand aan," antwoordde Marie geeuwende. "Maar hen op gelijken rang te plaatsen, alsof wij met elkander te vergelijken waren, dat is immers onmogelijk! En nu heeft St.

Hier, bij dezen Dante der werkelijkheid, zijn weer de in slijkpoelen verzonkenen van Alighieri's zevenden zang; de, als een schildpad in zijn schild, in modder geharnasten, de "gekroonden met drek." Hier zijn weer de in gloeiende graven gemartelden, van den zesden hellekring: de slavenden bij de nachtelijke korveeën, zich plat-drukkend op den onder den granatenstorm en den spattenden vuurregen golvenden en brandenden grond, te halver diepte pas ter dekking ingegraven. Hier weer de badenden in het kokende bloed, van den vijftienden zang: de man verkoold in granaatvlammen, terwijl een brandende plas van bloed-goud op zijn lichaam knettert. Hier stuift en kuilt de zandzee, waarop de vuurregen daalt en waarheen de verdoemden genoopt worden te vluchten: de zinlooze stormloop onder het spervuur, in de gierende orkaan en fonteinende vuurstroomen der granaten. Hier wankelen weer de "van vlammen omhulden": als de ontploffingen de kapotjassen in brand steken. Hier zijn weer de verdoemden van den twintigsten zang, wien de dood het hoofd omdraaide op den romp, rugwaarts het lichaam omvouwde, en de beenen, gelijk bij een zittende onder den buik, omhoog onder de aars. Hier is weer [p.160] de "schreeuwende menschboom" van den twaalfden zang: een verstijfd lijk met krijsch-gezicht, wortelend in den top van een heuvel, deinend en schuddend in den wind. Hier zijn zij van den acht en twintigsten zang, wie de dood doorhakte "van de kin tot den bilnaad, dat hun de ingewanden tusschen de beenen hingen." Hier zijn de beknelden in de storm-gezweepte en ijskoude stroomen van den Coeytus, die Dante als vezels in het ijs zag, tegen wier hoofden zijn voeten botsten, wier boven de beknelling uitstekende haarlokken hij kon grijpen. Hier stierven weer zijn Branca d'Oria's, maar onschuldige, "wier haren," zegt Barbusse, "rechtop in het water staan als aquariumplanten." Hier zijn zij wie de dood aan elkander bond, de lijken elkaar omklemd houdend als in vereeuwigde strijdwoede, en zij die hij, bij de wegweekende overstrooming der loopgraven, vereende als in goddelijke toewijding tot elkaar: "twee mannen, die op elkaar steunen om te slapen. Daar zij zich niet op den wegvlietenden grond, die over hen heen zou golven, konden uitstrekken, bogen zij zich over elkaar heen, elkaar bij de schouders vattend en sliepen in, tot aan hun knieën in het veld weggezakt." Hier sidderen ook weer de van de hoogste tragiek omstormde Danteske teerheid en liefelijkheden. O, kleine, bleeke Eudore, met je teere lichaam en nog teederder hart, die met verlof gingt, om na vijftien maanden je jonge vrouw weer te zien.... De passen blijken niet in orde, zij kan niet tot hem komen, hij niet tot haar, dan alleen in den voornacht van zijn verlofeinde.... Maar dan de regen verdrinkt de aarde ontmoet hij andere verlofgangers, die niet weten waar onder dak te komen ... de beide gelieven, die slechts dien enkelen nacht hebben om gelukkig te zijn, offeren zich op en deelen hun eene kamer met hen ... de kostbare nacht, die een liefdefeest voor hen had kunnen zijn, gaat somber te midden der geeuwende soldaten voorbij.... Zij scheiden onder hartstochtelijke omhelzingen.... Hij komt weer in de loopgraven terug. "En wanneer zal ik haar nou weerzien? En z

Het is stellig het paard van dat bleekgezicht, dat ons voorbij is gereden." Zij stegen af en bonden hun paarden insgelijks vast. Er was geen mensch in de nabijheid; en toen zij de nederzetting overkeken, zagen zij ver-af drie of vier personen, die zoo vroeg reeds in den ochtend geeuwende naar buiten kwamen en naar de lucht opzagen om te zien welk weer het was.

De soldaat, waarmee hij zooveel ophad, was uitgeput van vermoeienis en hongerig als een wolf: hij volgde den ouden boer dan ook, zonder zich verder te laten smeeken, en zoodra hij in de kamer was, ging hij op een bank liggen, geeuwende, de armen uitstrekkende, de beenen uitrekkende, in één woord, gebruik makende van het gelukkige toeval, dat hem in staat stelde, aan zijn lichaam, geheel uitgeput door de vermoeienissen van den oorlog, een beetje rust te gunnen.

"Ga je in dien stortregen uit, Beatrice?" vroeg zij, met geveinsde verbazing. "Ja, ik heb slecht geslapen en moet wat frissche lucht scheppen," antwoordde Beatrice, onthutsende en kleurende. "Dat komt zeker van den storm." "Heeft het zoo gestormd?" zeide Elisabeth, weder geeuwende.

"! wat is het moeilijk onze pakken weer op te nemen en voort te gaan," zuchtte Meta 's morgens na de partij; want nu de vacantie om was, maakte de week van pretmaken haar weinig geschikt tot het opgewekt hervatten van een taak, waar zij nooit mee ophad. "Ik wou, dat het altijd Kerstmis of Nieuwjaar was; zou dat niet genoeglijk zijn?" vroeg Jo, akelig geeuwende.

"Je moet me eerst wat laten besterven," zei Van der Hoogen geeuwende en een ei slurpende; "het is gisteren wat laat geworden op de sociëteit, en mijn keel is wat rauw van den chambertin."

ORATYN. Hoe, moet men altyd op verloore schiltwacht staan, Een man bewaaren die niet doed als schreeuwen, tieren? ’k Loof ’t is een tovenaar, zo duivels kan hy gieren. WOUTER. Wat zegje! ORATYN. Hoor, ik zet hem bevende van kouw, En geeuwende van vaak, hoe dat ik slaapen wou, Geef een Request in, zei hy weêr, dat jy wilt slaapen.

Met een nijdig: "Snork toch zoo niet!" geeft zij den man aan hare zijde een stomp op den schouder, en leent, terwijl het nare geluid een wijle verstomt, nauwlettend het oor aan den doffen klokslag uit de verte. "Zes!" bromt de vrouw binnensmonds, rekt zich geeuwende de leden, stapt nu spoedig uit de hooge bedstee, en sloft een oogenblik later op neergetrapte pantoffels naar een andere bedstee.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek