United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja! ja! jij krijgt ook wat, poes; als 't op den eenen regent, druipt het op den anderen," vervolgt de oude man opstaande. Hij sloft langzaam naar een hoekkastje, grabbelt in zijn diepen jaszak naar den sleutel en ontsluit eindelijk de deur er van. Een vieze, bedompte lucht komt hem te gemoet, als hij de kast opent.

Overal ziet men in den zomer vliegennetten, terwijl groene struiken het dier om den kop wuiven. Zoo gaat het in eentonige cadans over de wegen. Melancholiek is 't klinken van de bellen Aan 't haam van 't paard, dat stapvoets sloft in 't zand; Het opgeschoffeld zand zweeft naar den kant En gansche zwermen vliegen vergezellen

Met een nijdig: "Snork toch zoo niet!" geeft zij den man aan hare zijde een stomp op den schouder, en leent, terwijl het nare geluid een wijle verstomt, nauwlettend het oor aan den doffen klokslag uit de verte. "Zes!" bromt de vrouw binnensmonds, rekt zich geeuwende de leden, stapt nu spoedig uit de hooge bedstee, en sloft een oogenblik later op neergetrapte pantoffels naar een andere bedstee.

"Met achting Uedeles dienstwillige dienaar," juicht de oude man bijna luid. "Dat zou hij niet schrijven, als hij geen dubbeltjes voor mij had gekregen. Vier ton! Halt! misschien is het enkel maar een voorschot! Dat doet er niet toe. In allen gevalle is het iets." Hij sloft heen en weder door het kleine kamertje en wrijft zich in de magere handen, zoodat de dorre gewrichten knappen en kraken.

As ze nou maar wat zure balletjes had, wat zure balletjes. Moe, heet, versuft sjokte ze vort, wèèr denkend an den koning met z'n gouwe knoopen en z'n rooie keukenmes. "En breng nou nog 'n voetenbankie." De jongen sloft met z'n bloote voeten door het natte zand. "Wat een prachtige avond vin u niet?" "Héérlijk, mevrouw." "En wat 'n gladde zee , geen rimpeltje." "Ja, 't is érg mooi."

Hij bukt zich naar 't luik in den vloer. "Zou ze weten, dat hij dáár staat? Neen, dat heeft ze toch niet afgeloerd; maar..." Hij is op 't punt het luik te openen! als een kloppen op de voordeur hem doet opschrikken. "Wat is dat? Zoo laat nog iemand; wie kan dat wezen?" Met de lamp in de hand sloft hij naar voren. "Wie is daar?" "Ikke!" "Wie is ikke?" "Doe maar open, Strijkkie! Ik ben 't maar!"