Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Zij is geplunderd van al hare natuurlijke simpelheid en door de ingewikkelde artifices, waarmede men haar heeft omwonden, dringt haar geweten niet meer. Ach, Doening! gij, die me een blinde noemdet, ziet gij niet dat Sörge voor eeuwig Francine heeft blind gemaakt? De pastoor zat met neergebogen hoofd. Zijne handen lagen zonder beweging in zijn schoot.
De bloemen in de rilde vazen, waren week geworden, en neigden hun slappen kelk. Het groote huis stond stil binnen den nacht. Op een vreemden blik van Doening en terwijl zij zijne hand drukte: Neen, mijn vriend, fluisterde ze, ik voel me niet alleen. Ik zal nooit alleen zijn, zoolang ik mijn kindje houd .... Dat kindje hield ze niet.
Ze haalde de dokters alleen op 't laatste oogenblik, als geen andere doening meer helpen kon. Ze was overtuigd dat de dokters prutsen, tot ze de menschen voor goed ziek krijgen, en dat ze best later maar kwamen.
Er roerde, gelijk gemeenlijk, geen gerucht in deze groote, schaduwrijke kamer. De oude Ko kwam, nauwelijks opgemerkt, over het tapijt schuiven, zette een drievoetig tafeltje dichtbij en plaatste er twee kopjes met melk en een kom met oranjewater. Moet ik vreezen, zei pastoor Doening, dat de spanning tot een breuk gekomen is? Ik heb uw raad noodig, sprak Vere zacht.
Mag ik pastoor Doening niet bij me hebben? vroeg ze. Hij schuddebolde voornaam, gelijk bij snoepende kinderen die te veel vragen. Hij sprak: Ge moet redelijk zijn. Ik verzeker u dat ge niet praten moogt, en met Doening.... Ze had een flauwen glimlach.
Een portret van vader Doening en moeder hing aan den wand erboven. In een hoek van de kamer stond op een kleinen eiken altaar een koperen Kristusbeeld. Pastoor Doening dacht aan Vere, de dochter van Lieven Lazare, en hij dacht aan den dooden dichter, en hij dacht aan Renildeken. Hij had dien avond een zeer klaar zicht van Renildeken.
Sinds ze getrouwd waren, had hij elken morgen, zoodra Mariëtte de haarstrengen had opgekamd en gevlochten, het keurslijfje had vastgeregen en de kamerjapon had dichtgesnoerd, de lange, kunstige doening van tien kraalvingeren om een sierlijk hoofdje bijgewoond. Hij was 't nooit moe.
Dat alles, meende zij, was ook nu zoo verre van haar verwijderd, dat ze geen belang meer stellen kon in peuterige leelijkheidjes. Ze had de smart tot diepe in haar vleesch gevoeld; en wat hier ommeging, de doening van moeder en de kinderachtigheid van vader, al dat suffe bedrijf van elkendeen in de groote leege woonste, 't was rijzekens een buitenmenschelijk gespeel.
Dan glimlachte ze, en het waren gulden uren .... Zoo, al naar den gang van den tijd, groeiden ze op. De schoolmeester van het dorp kwam hun leering geven in de taalkunde en het rekenen en de geschiedenis. Emanuel was zeventien jaar oud geworden. Vader Doening riep hem in het koude salet en vroeg hem wat hij zinnens was te doen in de toekomst.
Uwe inzichten zijn verborgen en Uwe blikken hebt Gij van ons afgewend! Wees mij genadig ...." Er bleven hem eindelijk maar drie vrienden meer over: Pastoor Doening, Simon Peter, de beeldhouwer, en de schilder Johan Doxa. Deze Johan Doxa was een klein dik ventje met een ronden kroezelkop en malsche putjes in zijne kaken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek