Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


Pastoor Doening toonde, oolijk-glimlachend, dezen brief aan mevrouw Verlat, en zij lazen er, dwars door het woordengeweld waarmede hij was omklaterd, de nakende overgave van Lieven's hart. Zij besloten daarom, in gemeenschappelijk overleg, dat zij hem zouden laten begaan, om hem de schaamte te sparen tot overgave gedwongen te zijn.

Zij verlangde lijk andere jaren en voorvoelde reeds uit verledene herinnering, den blijden afloop van de doening.

Wilt gij haar dat eens uitleggen, pastoor Doening? En waarom zoudt gij zelf het niet doen? Wel, aarzelde hij met eene geveinsde verlegenheid, ik vrees waarlijk dat een Hongaar van mijn slag het met te geringe overtuiging zal doen. Heerlijk! riep geestdriftig de ineens rechtstaande du Bessy uit, laat ons zulke zaken onbesproken laten. Ik zou er niet eens een argument voor vinden.

Lang bleef ze zonder met hem over Ernest te spreken; maar omdat hij, met tastelijken willekeur, zich onthield ooit de eerste Ernest's naam te noemen, voelde ze dat hij hare angstigheid inzag. Op een avond, kort na de herstelling van haar kraambed, zat ze rechtover pastoor Doening rond den hoogen haard van de eetzaal.

De waarheid was dat mijnheer du Bessy niet eens aan Vere's naamdag gedacht had en dat hij deze onachtzaamheid, die aan pastoor Doening niet ontsnapt was, op diens bescheiden aandringen gauw weer goed had gemaakt. Van pastoor Doening had hij een kort briefje ontvangen en hij was opgesprongen als door een bijangel gestoken.

Hij woog in zijne hersens de zwaarte van de storende nevenpions: eerstens en hoofdzakelijk den beeldhouwer Simon Peter, dan pastoor Doening, dan mevrouw Verlat, en misschien du Bessy, indien de omstandigheden in de war geraakten. Zijn eigen winstzet zoude Ernest Verlat zijn.

Ze voelde hoe vol leven ook dit huis ginder was, met dat heel zieke kindeken, en hoe dood die muren hier, die zoldering, die heele monsterachtige doening van kouden steen. Ze voelde 't overal.

Schijn .... misschien enkel schijn, aarzelde Doening; misschien strijdt zij later tegen wat zij nu, onbewust en met een gretig hart, aanvaardt. We mogen toch in God berusten, gemoedelijk berusten in God, wiens inzichten verborgen zijn. Mevrouw Verlat sloot hare oogen, bleef zoo een tijdje. Een vermoeid wee lag over haar aangezicht.

Hij merkte mijnheer du Bessy's wanhoop, maar wist geen raad. Ernest was in de groote kamer met pastoor Doening, zei hij. Hij sprak bijna fluisterend. Hij nam Francine bij de hand, nadat hij de gevallen bloemen had opgeraapt. Hij leidde Francine uit het schemerige salon en Vere volgde met Oomken. In het kleine nevenplaatsje leefde fraai en kwistig de Meizon.

Niet vóor Doka den gemengden drank had gebracht en stille de deur op hare hielen had gesloten, wilde Doening aanvangen met zijne vermaningen. Hij deed het dan met zijne gewone kieskeurigheid en zorgde vooral, dat hij de geelbelichte avondkamer met lichte woorden in lichte stemming hield.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek