Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Den aftocht, ja. Ik hoop in God. Uw raad heb ik noodig om mij in die hoop te sterken. Laat mij, met u, het overschot van mijn dierbaar leger tellen. Mijn raad .... en dat overschot .... wees niet duister, ik begrijp u niet goed. Een van die allen, pastoor Doening, éen is dood ... de anderen, wat blijft er van de anderen? Wat van mijn vader, wat van mijn man?
Dag, Simon! klonk lager de heesche stem van Doening. Simon lachte gul, zenuwachtig, schudde rap zijn kop om in zijne keel iets los te krijgen, dat hem hinderlijk was en zijn stem smoorde. Hij drukte de kleine hand van Doening en het heel kleine handje van Francine. Die vier handen beefden daar. Ik dierf, stamelde Simon, het niet hopen dat ik u zien zou ....
De gelijkheid der standen is iets wat in geen eeuwen te bereiken is. Vraag in afwachting niet de gelijkheid der rechten. Gij houdt u op met utopieën en, wat spijtiger is, gij helpt mede aan eene maatschappelijke ontbinding, die op een chaos van broedermoorden uitloopen zal. Uw ideaal is een figuurlijke beeldstormerij. Pastoor Doening luisterde goedig.
Zij waren er allen in een hoogeren stand en voornamer aanzien door gekomen; zij waren boeren, echte boeren geworden; en iederen zondag bij het huiswaarts keeren voelde vader de behoefte nog enkele herbergen in het dorp te bezoeken, waar hij dan, dikwijls tot ergernis en spotlust der aanwezigen, zonder eind op het rijk huwelijk en op die schoone rijke "doening" van zijn oudste dochter zat te snoeven en te pochen.
Het hoofd van pastoor Doening deed een ontkennend teeken, een vaag teeken van grijze haren boven den geweldigen rug van steen. Verlat viel wederom lager tusschen de armleuningen van den zetel, in voortdurend ongemak. Mijnheer du Bessy kwam binnen op dat oogenblik en zette zich zwijgend neer.
Ruiters reden hem voorbij. Automobielen en mooie gespannen gleden haastig over het makadam. Een verloren hondje snoof, onder de boomen, de lucht op. Pastoor Doening ging, kort-stappend en alles beloerend, en hij had een groot genot aan het zicht der bonte dametoiletten, die de laan zoo heerlijk levend maakten onder de gouden zon. Hij had nooit een stok mede.
Voor de eerste maal van haar leven wist ze geen besluit te nemen. Zij en wilde hem niet laten trouwen, zij en wilde geen geld geven aan die vreemde kerte. Ze fluisterde, al kijkend naar de zoldering, heel wijd: Geen geld.... Maar ze wilde ook Romaan niet kwijt zijn. Ze verwonderde zich dat ze hield van hem, na al zijn leelijke doening. En ze hield van hem.
Na de eerste spanning kwam de kalmte van 't deemsterend ommeland op hem werken en hij vond zijne doening flauw, jongensachtig; hij zag zich als een hond die op den reuk uitzet en belachen en verjaagd wordt. Hij werd beschaamd en op den stond wendde hij zijn peerd in eene zijstraat links en reed langs een ander dorp weer naar huis.
Weet gij nog, mevrouw, vroeg hij, hoe wij verleden jaar uw naamfeestje gevierd hebben? Ik hoop dat het dees jaar heel wat anders zal zijn. O ja! juichte Vere met, in hare oogen, den glans van een trots, dien pastoor Doening er nooit gezien had, o ja! dat weet ik zeker: het zal heel wat anders zijn!
Op het schouwblad stond een marmeren borstbeeld van Guido Gezelle. Er boven hing een oud tafereel van Giorgione, de Heilige Magdalena bij het Kruis. Lange uren zat hier pastoor Doening. Hij deed veel aan Vlaamsche literatuur en toetste de troebele opkomst der Vlaamsche letteren aan de fijne kritiek van zijn onfeilbare zinnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek