United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan was zij dikwijls niet van het boek af te krijgen geweest, haar slapen gloeiden vlak boven de bladzijden, tot zij in-éens ontsteld op-sprong, gejaagd de kamer rondliep en eindelijk tegen de muur ging staan leunen, haar voorhoofd op den rand van een schilderij. Een oogenblik duurde dat maar, dan keek ze om en proestte het uit van het lachen over haar eigen kinderachtigheid.

Want in gewone tuinen, op kleine schaal, inderdaad den indruk maakt van kinderachtigheid en suffenden wansmaak, dat verkrijgt hier een geheel ander karakter.

Zij moest glimlachen om het gewild kinderlijke, gewild coquette van zijn toon: dat beetje aanstellerij van behaagzieke kinderachtigheid, die zij doorzag, maar zij sprak toch: Nu, ik vraag je vergiffenis voor mijn plagen! Ik zal het niet meer doen ...

En dan elk dier gedichten nog bovendien ontleed naar zijnen bouw en inhoud, "verdeeld" zooals Dante het noemt, in glossen zòò dor, schoolmeesterachtig en overbodig meestal, dat reeds Boccaccio, Dante's eerste officieele "uitlegger", deze "divisioni" verwierp als "troppo infantile", als een belachelijke kinderachtigheid!

Dat alles, meende zij, was ook nu zoo verre van haar verwijderd, dat ze geen belang meer stellen kon in peuterige leelijkheidjes. Ze had de smart tot diepe in haar vleesch gevoeld; en wat hier ommeging, de doening van moeder en de kinderachtigheid van vader, al dat suffe bedrijf van elkendeen in de groote leege woonste, 't was rijzekens een buitenmenschelijk gespeel.

Hy was beschaamd over zooveel kinderachtigheid, maar hy moest wel oprecht zyn omdat 'n eerste poging om Stoffel natedoen in deze uiting van mannelykheid, zoo byzonder ziekelyk was afgeloopen dat het voorstel tot herhaling hem schrik aanjoeg. Zóó? Rook je niet... Ze liet het, "nog" weg. ...rook je niet! Heel goed! Eigenlyk is 't 'n verkeerde gewoonte van de mannen. Dat eeuwige gerook!

Deze gedachten, kinderachtig, zooals wij gezegd hebben, doch tevens berekenend, gaven hem en wel door haar kinderachtigheid, een tamelijk juist begrip omtrent den invloed van uiterlijke versieringen op de verbeelding van jonge meisjes. Eens zag hij op de straat een generaal in volle uniform te paard voorbij rijden, den graaf Coutard, kommandant van Parijs.

"Welk een uitdrukking heeft zij in de handen," dacht hij, zich de soirée van den vorigen avond herinnerend, die hij met Kitty had doorgebracht in een hoek van het salon bij een tafel. Hun gesprek was niet van het minste belang; zij vermaakte zich met haar hand, die op de tafel leunde, te openen en te sluiten, terwijl zij lachte om deze kinderachtigheid.

Was zich 't zeventienjarig meisje bewust van den invloed dien Wouters ... kinderachtigheid op haar uitoefende? Waarschynlyk niet. En ook ik kan niet zonder inspanning doorgronden waarom ze zich moeite gaf ditmaal naar 'n antwoord te zoeken dat iets minder krenkend was dan 'n lach. Ze lachte dus niet. Het zou wreed geweest zyn tegenover de teederheid die onmiskenbaar in z'n toon lag.

Zij zwoegden er soms halfnaakt, met openhangend hemd en bloote armen, of in hun baaitje alleen. Het zweet droop van het glimmend zwarte aangezicht. Hoe had hij gegruwd van hen. Maar al die verschrikkingen gingen voorbij. Dat was de vroegere kinderachtigheid die uitgeroeid moest worden. Daarvoor kwam overmoed in de plaats, de overmoed der brutale kracht.