Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Daar komt de Bobberd binnen, en als Dirk hem ziet, krijgt hij plotseling een onaangenaam gevoel; hij wil naar huis gaan, maar de Bobberd houdt hem terug met de woorden: „Wou je nu al heengaan, manke? Zijn de centjes alweer op?” „Wat bedoel je?” Dirk ziet onrustig en, na onwillekeurig even te hebben omgekeken, zijn ondervrager aan.
»Nu, een deel van dien tijd zullen wij besteden aan het betalen van onze schuld van dankbaarheid voor het voorrecht. Mr. Waar is Dirk Twist, die bootsmansmaat geweest is op de Statira; en die roodharige kerel, och je weet wel, die in de Rappa-banock van de Maidstone weggezwommen is?" »Gij meent zeker rooden Sam? Roep Sam Gall hier!"
„Ik, baas?” „Ja, jij! Je fluit als een merel; dat ben ’k niet van je gewend.” „Hm! Ja! Neen! ’k fluit, omdat ’k zoo koud ben, baas.” „Zoo!” Een oogenblik denkt Dirk: „Je moet dat taschje aan den baas geven om te bewaren,” maar dadelijk overlegt hij er bij: „Gekheid! eerst kijken wat er inzit; is ’t de moeite waard, dan breng jij ’t liever zelf terug aan den... Blikslagers! van wien zou ’t wezen?
»Hij is zeker een spion," zei een der Boeren; »wat vermorsen wij de tijd over hem? Sta op zij, en ik zal hem de kogel geven." »Dat nooit!" riep Dirk Uijs uit. »Zie, de Zulu heeft zijn wapens neergeworpen en geeft zich over. Bovendien kan je niet zien dat hij een afgeleefd en bijna weerloos man is?"
Prijs de Heer met blijde galmen: Gij, mijn ziel, hebt rijke stof. 'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen Vrolik wijden aan Zijn lof. 'k Zal zolang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied. »Dirk, mijn kind," zei Uijs, »kom hier naast me zitten." Gretig gaf de knaap aan dit verzoek gehoor, en plaatste zijn veldstoeltje naast dat van zijn vader.
Hij staarde de opening uit van het priëel, en slechts éénen keer wierp hij een vluchtigen blik op zijn kleindochter. Nu zweeg Charles Marling, en wachtte vol innerlijke spanning het antwoord af. Hij vreesde een uitbarsting van toorn, omdat hij, de Engelschman, het oog durfde opslaan op de kleindochter van Dirk Kloppers, maar die uitbarsting bleef weg.
Doch Dirk waardeerde dat niet, integendeel, hij was norsch en stug tegen haar. Hij wilde uit hare hand zelfs geen voedsel aannemen, hoe vriendelijk zij hem ook toelachte. Liever was hij in de armen van zijne moeder.
Galant had weldra de koffie gezet en in de eenvoudige kommen geschonken. De knaap nam een kom voor zich zelf en een voor de schildwacht, tot wie hij zich toen dadelik begaf. Na het wisselen van de morgengroet, en na zijn lippen aan de stomende kom te hebben gebracht, zei de schildwacht: »Dirk! Ik ben net blij dat je kom. Is oom Piet al wakker?" »Ja, oom Louis! Pa trekt nog aan. Maar wat mankeer?
Aan den eerzamen Dirk Rietheuvel, bijgenaamd den Mottige, Emeritus-Schipper bij het Haarlemsche Veer; op het Levendaal, te Leiden. Geachte Vriend! Drommels, Rietheuvel! ik heb vele mensenen ontmoet die aardig waren, en nog oneindig meer die het volstrektelijk wilden wezen, maar uws gelijken in aardigheid heb ik zelden gevonden. Hoe gaat het tegenwoordig, bestevaar?
Nou ie in z'n bed lag, begon-ie weer te huilen, omdat ze allemaal zoo hartelijk voor 'm waren. Ze hadden koek laten halen bij de koffie en een sigaar met een goud ringetje. Dirk had 'm voorgelezen van Van Maurik om 'm af te leien. Ze wouen maar niet dat-ie in gedachten zat, zulleke goeie, beste mense! Maar nou lag-ie dan toch... "Leg-ie al, Willem?" riep Sien achter 't houten beschot. "Ja-a-a!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek