United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan wordt het tweede, veel kleinere eiland geïnspecteerd. Tegen den avond laat ik mij voor een der huisjes onder de galalaboomen een veldtafeltje dekken, waaraan ik, op een veldstoeltje gezeten, eindelijk eens met een flink maal begin. Door de goede zorgen van mijn gastvrouw te Tobelo is het een tafeltje-dek-je geworden.

Ik ga buitenkant niet op schildwacht staan, maar zitten, en ga zorgen dat niemand je komt storen. Er is een belangrijk punt, waarover ik van avond nog met je moet spreken; en daarom, rust uit." Hij nam zijn veldstoeltje, plaatste zich buiten voor de ingang van de tent, en zat weldra weer dapper uit zijn onafscheidelike pijp te dampen. De avond was reeds gevallen.

De spanning in zijn gelaatstrekken was geweken, en hij zette zich weer bedaard neder op het veldstoeltje. »Jack en Frits gelijken elkander in grootte en lichaamsbouw?" vraagde hij opnieuw. »Zeker," zeide tante Martje, die met de scherpzinnigheid van een moeder de vragen van den grijzen Voortrekker volgde. »Ook in gang en houding?" »Volkomen," antwoordde zij.

En op mijn veldstoeltje heb ik mij over haar gezet toen, en ik ben haar aan gaan zitten kijken zoo ze daar lag, wel wat weggezakt in het kussen, maar niet zoo klein meer als straks, zóo ze daar lag, mij aankijkend met het oog open en vol verwijt, uit het witte getreur van het armelui's lijkenlinnen. Een Tango.

Prijs de Heer met blijde galmen: Gij, mijn ziel, hebt rijke stof. 'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen Vrolik wijden aan Zijn lof. 'k Zal zolang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied. »Dirk, mijn kind," zei Uijs, »kom hier naast me zitten." Gretig gaf de knaap aan dit verzoek gehoor, en plaatste zijn veldstoeltje naast dat van zijn vader.

»Als we het eens wisten, waarom hij dien omweg maakte!" riep hij uit met klem, en opstaande van zijn veldstoeltje aan de eiken tafel, staarde hij vol gepeinzen door de opening der tent naar buiten. Hij was als de jager, die op een vertreden blad den indruk meent te bespeuren van de hoef van het wild, dat hij zoekt.

Hij dacht aan de zwerftochten door de groote wildernis. »Doch waar is je man?" vraagde hij, een veldstoeltje nemend, en zich bij de eiken tafel nederzettend. »Ik verwacht hem elk oogenblik," zeide tante Martje, en nauwlijks had zij dit gezegd, of de breedgeschouderde gestalte van Reinard Jansen trad, het doek bij den ingang wegslaande, de tent binnen.