Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Hij was een warme vriend. Hij blijft ... ginder? Ja. Madeleen bracht een schotel met snuisteringen op tafel, en Goedele herinnerde zich meteen dat ze wat suikergoed voor tante Olympe in haar taschje gestoken had. Hare handen beefden rijzekens, binstdat ze het blauw-gestrikt pak overreikte en ze lachte zonder de heete natheid weg te krijgen uit hare oogen. Wat scheelde haar Ameye's heengaan?
Het was donker, druilerig weer en zij had geen neiging gevoeld lang op het dek te blijven, waar de fijne motregen haar huiveren deed. Anna had haar taschje gevuld met "allerlei, waarin je zeker wel trek krijgen zult," en soms betastte zij het eens even; het was haar net of Anna daardoor weer wat dichter in haar nabijheid was.
Het was een vrij lange reis van Londen af een uur of acht sporen -en zij begon hongerig te worden en verorberde met graagte wat zij nog in haar taschje had, al waren de broodjes met tong erg oud geworden en al was het stuk Kuchen nu wat lederachtig van smaak. Zij schudde de kruimels van haar japon af en stond op om aandachtig het raampje uit te kijken, toen de trein Waverley-station binnen reed.
Nog steeds met hetzelfde gevoel van onrust, dat haar den geheelen dag had bezield, schikte Anna haastig een en ander voor de reis terecht. Met de kleine, vlugge handen opende zij het roode taschje, nam een kussentje en legde dit op de knieën, toen wikkelde zij de voeten behoorlijk in en maakte het zich gemakkelijk. Een zieke dame legde zich terstond te slapen.
„Kierssen is er weer geweest, van morgen. ’k Had geen cent meer en van middag is hij toen nog weerom gekomen, om te zeggen, dat zijn patroon geen geduld meer hebben wil; morgen over acht dagen moeten we verhuizen.” „Zoo! hm!” Werktuiglijk grijpt de manke naar het taschje. „’t Is een ijselijkheid. Waar moeten we met die schapen van kinderen naar toe?” „Zoo’n kerel!
En dof, verveeld, werkte ze van Maandag tot Vrijdag boven 't gejoel van de straat, pas oplevend, wanneer ze met haar taschje naar 't station ging, naar huis.
Dirk is in spanning, omdat hij begrijpt, dat in het taschje wel iets van waarde kan zitten; daarom schiet hem de gedachte door ’t hoofd: „Wie weet, of je daar geen fortuintje hebt?” Hij tracht zich zoo onbevangen mogelijk voor te doen en doet daardoor juist iets ongewoons, zoodat de baas, die weer in den stal is gekomen, hem toeroept: „Nou, jij schijnt van morgen in je knollentuin te wezen.”
Zij luisterde naar haar steeds heftiger wordend hartkloppen: "En ik zal hem straffen, ik wil mij niet laten kwellen, ik zal mij van allen en ook van mij zelf bevrijden." De eerste wagen rolde voorbij, de tweede volgde. Zij wierp het roode taschje, dat zij in de hand had, van zich. Zij was zich bewust, dat zij iets meer beslissends en onherroepelijks ging doen dan zij ooit in haar leven gedaan had.
Om zijn hals hing een taschje met de heilige loten , dat met twaalf in goud gevatte edelgesteenten, waarop de namen der stammen Israëls te lezen waren, prijkte. Een witte band, welks slippen tot over de schouders neervielen, bedekte het ernstige voorhoofd van den hoogepriester.
Hij huivert en onwillekeurig brengt hij zijn hand op de plaats, waar ’t taschje verborgen is; ’t kost hem moeite zich staande te houden, als hij de ernstige stem van zijn vrouw weer verneemt, die, tot Gerrit sprekend, zegt: „En weet je wel, Gerrit, dat nou misschien de sorteerder, die ze verloren heeft, als dief wordt aangezien door jou schuld en...” „Maar ik dacht....”
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek