Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
„Kierssen is er weer geweest, van morgen. ’k Had geen cent meer en van middag is hij toen nog weerom gekomen, om te zeggen, dat zijn patroon geen geduld meer hebben wil; morgen over acht dagen moeten we verhuizen.” „Zoo! hm!” Werktuiglijk grijpt de manke naar het taschje. „’t Is een ijselijkheid. Waar moeten we met die schapen van kinderen naar toe?” „Zoo’n kerel!
„En wat zei hij?” „Kierssen zelf is de kwaadste niet. Hij zei: „Ik zou je wel willen laten wonen, maar ik moet als opzichter doen wat mijn patroon zeit; laat je man zelf eens naar hem toe gaan.”” „Och! dat geeft toch niets; die huisbazen staan je niet eens te woord.” „Maar als Kierssen ’t nou toch zeit, Dirk?”
Zuchtend antwoordt de vrouw: „Dat heb ’k gemerkt.” Zij werkt een poosje zwijgend verder en zegt dan op eens: „Zeg, Dirk!” „Nou?” „Kierssen is er geweest.” „Hm!” „Hij kwam zeggen, dat zijn patroon mooi nijdig is.” „Hm!” „’t Is nou met mekaar zestien gulden en een stuiver.” „’k Weet het wel, maar ’k heb het niet, vrouw!”
„En ook niets meer om „weg te brengen.” Kierssen zei, dat hij, als Vrijdag ’t geld er niet was...” Naar den lommerd brengen. „Nou, wat dan?” „Ons op straat zou zetten. Ik zei nog: „Meneer Kierssen, je weet wel, dat wij knappe menschen zijn; we hebben je altijd prompt de huur betaald, maar nou ’t zoo slecht is van den winter met de verdiensten, moest je nog wat geduld hebben en...””
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek