Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
"Mijnheer Kortenaer," antwoordde freule Bertha, wier gevoelig hart tegen dezen toon met kracht in opstand kwam, "indien gij tegenwoordig waart geweest bij het onderhoud dat ik een uur geleden met mevrouw Dijk gehad heb, zoudt gij op dit oogenblik niet tegenover mij zitten. Of heeft een regtvaardig God ook uw hart verstokt, even als dat van Lidewyde?
Maar nauwelijks had Vianen hem gezien, of hij trok zijn zwaard en gaf hem met het scherp een slag over het gelaat. "Dáár, hond!" brulde hij. "Sluit hem op!" gebood hij toen aan een paar krijgsknechten, welk bevel onmiddellijk werd uitgevoerd. Toen reed hij op Bertha toe, en sprak toornig: "Wat nu, Vrouwe! Houdt gij aldus de bepalingen van de overgave?
"Nu, dat wisten wij al; wij zullen hem laten zien, hoe eene Edelvrouwe een voorbeeld geven kan aan een laaghartigen roover. Hij zal ons op de muren vinden, niet waar, Jonker?" "Bij St. Joris, dat zal hij!" riep Jonker Jan, vol bewondering over den moed der edelvrouw. "We zullen ons verdedigen, zoolang we adem hebben." "Maar er moet méér gedaan worden," riep Bertha uit.
Zien zij dan niet, hoe de vijand met driest geweld en ongestoord de muren aan gruis beukt en weldra door de gemaakte bres naar binnen zal dringen met het zwaard in de vuist, dood en verderf brengend? Ach, Bertha zoowel als hare moedige verdedigers weten het, welk lof hun boven het hoofd hangt, maar zij zijn niet bij machte om den vijand langer afdoenden weerstand te bieden.
Het ongelukkige IJselstein, zoo moedig verdedigd, nadert zijn val. Bertha weet het. Maar toch heeft nog niemand een traan in haar oog gezien, toch spreekt zij haren mannen nog moed in en wijst hen vol fierheid op IJselsteins wapen aan den toren. Haar moed houdt dien bij hare krijgers staande, en als zij op de muren verschijnt, klinkt het nog altoos met geestdrift: "Voor IJselstein en Bertha!"
Bertha van Arkel stond te midden van hare getrouwe dienaren en wierp een fieren blik op Heer Aloud, die hare komst met een spottend lachen begroette. Zij wilde geen vrees toonen, noch voor hare vijanden, noch voor den schandelijken dood, die haar misschien wachtte. "Laat de deuren openen!" beval Aloud den gerechtsbode.
Denkt gij, dat ik mij zoo gemakkelijk laat bedriegen? Waar is de bezetting, die zich aan mij zou overgeven?" Doch Bertha wees kalm op de vijftien mannen, die haar omringden, en zeide: "Ziehier de geheele bezetting. Bedriegen ligt niet in mijn karakter." "Gij liegt, Vrouwe!" bulderde Vianen woedend. "Zouden vijftien mannen in staat zijn, mij zoolang te weêrstaan?
Waar dat op uitloopt, waar zulk een wereldorde op moest uitloopen, heeft deze zedelooze oorlog ons aanschouwelijk gemaakt. Deze oorlog is het resultaat van eene Staatkunde, die op "mannen-inzicht-alléén" is gebaseerd. Het was eene vrouw, Bertha von Suttner, die het eerst de volken heeft toegeroepen "de Wapens Neder", beslecht Uwe geschillen door de Rede, laat het Recht, niet de Macht zegevieren.
Op den molen ging alles uiterlijk den ouden gang, alleen ontbrak sedert vele weken de huisvrouw; zij was met de zieke Bertha van den meesterknecht naar Italië vertrokken, maar zou spoedig terugkeeren, zooals het bericht luidde, gezond en sterk. Tante echter maakte zich bezorgd over haar lieveling; zij was naar hare meening een te stille bruid.
"Maar mijne Bertha, mijne lieve bruid, hoe komt het toch, dat ik u in dit noodweer hier aantref? En wat gebeurde er toch eigenlijk?" "Juist dit noodweer heeft mij hier eene schuilplaats doen zoeken, Gijsbrecht," zeide de Jonkvrouw. "Ik wist immers, dat je heden komen zoudt? Mijn verlangen naar u deed mij u tegemoet rijden, in de meening, dat ik u weldra zou tegenkomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek