Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Ze ging pruilend en boos schouder-schuddend weg en gooide de deur achter zich dicht; en haar zusters bloosden, ze waren er verlegen mee. Nu moest de andere helft van 't gezelschap, en dus ook Bernard, de kamer uitgaan.

Is het nóg nacht," riep Jantje met luider stem. Zijne ouders werden er wakker van, en Dik maakte zich boos. "Daar heb je dien drommelschen jongen alweer!" riep hij uit. "Wat wil je toch?" "De nacht duurt zoo lang!" huilde Jantje. "Wil u de luiken vast openzetten? 't Is al lang dag, geloof ik. De klok gaat achter." "En de zon zeker ook," zei Dik.

"Waarom zijt gij boos op mijn hond?" vroeg Joan, naderende: "ik dacht dat gij beste maats waart." "Dat zijn wij ook," zeide Bouke: "maar sinds gisteren is mij alles onaangenaam en ik heb nergens trek in: evenwel zoo het u leed doet, dat ik Veltman niet vriendelijk behandelde, wil ik het goede dier wel om verschooning vragen en den ganschen dag met hem spelen."

Suze zweeg eene poos, en zei op sneller en luider toon: »Daar was nog meer uit je brieven te lezen tusschen de regels, Arnold! Ik had recht er boos over te zijn, maar ik wilde niet het kwam van jou! Ik las, dat de heer Van Reelant in Den Haag niet gaarne zou willen weten, wat zooal gebeurde, toen hij nog griffier van het kantongerecht te Osterwolde was.

Zoodra de brigadier was heengegaan, zag ik een vrouw op mij afkomen. Mijn hart zeide mij dat het Carmen was. Toch riep ik: Uit den weg, hier mag niemand door! Doe nou niet zoo boos, zeide zij, zich bekend makend. Wat ben jij het, Carmen! Ja, kameraad. Laten we weinig, maar op den man af praten. Wil je een douro verdienen? Er zullen menschen komen die pakken dragen: laat hen begaan.

Kruse werd bang en had berouw over zijn woorden, en toen hij 't eindelijk zoover gebracht had, dat de ander de oogen weer opsloeg, zei hij: "Je moet niet boos op me wezen, Lövdahl maar je kunt wel begrijpen, dat die geschiedenis met de arbeiders mijn halve leven bederft." Abraham greep half bewusteloos zijn hand, maar 't was duidelijk, dat hij nog als verlamd was.

"Wel nou nog en toe!" maakte de moeder zich eensklaps boos, "je bent in een volle dienst, dan ben je toch ook in de wasch.... dat goed mot toch in de wasch bij de menschen, waar je dient...." "'t Mág ook in de wasch bij de menschen waar ik dien," zei Sprotje, als een heftige verdediging van haar juffrouw Jonkers, die zij aangetast voelde.

Eindelijk dacht Katerliesje: »zou het misschien de deur zijn die zoo zwaar isen ze zei: »Friedertje, ik moet de deur naar beneden gooien.« »Neen Katerliesje, nu niet, dat zou ons kunnen verraden.« »Ach, Friedertje, het moet, ze is zoo zwaar!« »Neen, Katerliesje, hou ze maar goed vast.« »O, Friedertje, ik laat ze toch vallen!« »Laat ze dan vallen, voor den duivelzei Frieder boos!

"Wees niet boos, vader," zeide zij, "misschien betaalt hij nog wel. 't Is niet goed gerechtelijk te vervolgen als gij het in der minne kunt schikken dat zet maar kwaad bloed." "Gekheid, Beatrice," viel haar zuster scherp in. "Vader heeft groot gelijk. Beslag leggen is het eenige wat met hem te beginnen is.

"Zoo, zoo," zei Dik verwonderd en ook een beetje ongeloovig want hij had nog nooit gemerkt, dat Jantje veel kwaad deed. "Is het zóó erg, Flipsen? Wat heeft hij uitgevoerd! Jantje is anders zoo kwaad niet." Dik werd wel een beetje boos over den lompen uitval van Flipsen. "Dat zeggen alle vaders en moeders van hunne kinderen," hernam Flipsen.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek