Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Ze had nog iets willen zeggen, maar kon haar woorden niet vinden en nogmaals zochten haar lippen Betsy's voorhoofd, toen deze zacht haar afweerde: Nu goed; laten wij er dan niet meer over spreken, ik ben niet meer boos.... Maar niet zooveel zoenen; je weet daar hoû ik niet van.... Die verjaardag ging Eline somber voorbij.
En hoe goed was het van hem, dat hij wel met haar praten wou over allerlei gewichtige dingen. Wat was hij lief voor haar nooit boos of verdrietig. Wat deed hij haar graag plezier: in hare oogen kon hij lezen, wat ze graag en niet graag had. 't Was en bleef feest in de harten van het koningspaar een vol jaar lang!
Ben je gek: jij moet hem leeren, wat hij te zeggen heeft; dat's afspraak." "'t Is wat lekkers! Je laat mij de kastanjes uit het vuur halen, en jij...." "Nou! wees maar niet boos. En heeft hij 't dan niet goed gezeid van 't portretje? Ja, kind, we gaan naar huis.
De aarde heeft hen met dergelijke zaken verzoend; zij leven dicht bij haar, om boos op haar te zijn dat zij den oude wegneemt. Een blik des ochtends, een blik des avonds, meer kunnen zij ook niet doen. Als de vader er toch weer eens boven op kwam, zou dat bewijzen dat hij al heel stevig gebouwd is.
Pols glom van genoegen, en verklaarde, zijne jonge nicht helder aanziende, dat hij wel alle dagen zulke feesten zou willen vieren; waardoor hij toonde volstrekt niet meer boos te zijn, dat Maintz zich een regt aanmatigde het welke deze stad in het geheel niet toekwam.
Het ergste is dat men daartoe naar Rougemont moet gaan; zes mijlen heen en zes mijlen terug, dat maakt er twaalf. Men zal er een heelen dag bij verliezen. De oude, die zijne kinderen aanhoort, wordt gejaagd en schijnt zich boos te maken. Hij heeft geen dokter noodig, dat dient tot niets en 't kost geld. "Dus wilt gij het niet?" vraagt Anton: "Dan gaan wij aan den arbeid".
Ga dan even meê naar mijn kamer, wil je? vroeg hij, opgewekt door haar vriendelijken toon. Zij gingen samen de trap op. In zijne kamer stond zijn koffer open, zijne kast eveneens. Ik zal alles wat ik meeneem op mijn bed gooien, pak jij het dan in? Goed. En ben je niet meer boos, om dat geld? vroeg hij met de liefkoozende stem van een bedorven kind.
"Ja kom!" zeide Suzanna; "maar daar heb je geen pleizier van; want Lodewijk wordt boos als men hem kwelt: en dat moet ik tot eere van mijn broeder zeggen, hij neemt het altijd nogal wel op." Hier klopte zij mij op den schouder. "Dat is nu het beste, dat gij in lang gezegd hebt," zeide ik: "daarvoor moet ik u omhelzen." "Weg! weg!" zeide Suzanna, mij afwerende: "jeux de mains, jeux de vilains.
"Dank je," zeide Mimi, "maar als je me een pleizier wilt doen, koop dan dat hier voor mij." En zij wees op de aflevering, waarin zij het gedicht van Rodolphe gelezen had. "Dat? Neen!" zeide de vicomte boos. "Goed!" antwoordde Mimi koel. "Ik zal het zelf koopen voor geld, dat ik zelf verdienen wil. Ik koop het liever niet voor jouw geld."
En Jantje schreeuwde moord en brand, zoowel van schrik als van angst, want hij was erg bang, dat zijn vader hem nu wel voor zijn broek zou geven. Hij twijfelde daar zelfs niet aan. Maar Dik kon onmogelijk boos blijven op zijn zoontje, en hij moest er braaf om lachen, toen hij hem daar zag liggen. "Wat voer je toch uit, jongen?" vroeg hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek