Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Dan hernam Adolf: "Ween niet, welbeminde Machteld, er is nog een ander leven. Daar zullen onze zielen elkander wederzien, en dan zal de nijdige dood ons niet meer kunnen scheiden. Blijf op aarde, o mijn zuivere bruid, wees de steun der oude dagen van uw doorluchtige vader, en denk soms in uw gebeden aan de man, die gij bemindet."
Bij mij zijn de feesten der vreugde vergaan: Toch straalt uit uw oog nog de vreugde mij aan: De waschbloem gelijk, die bij 't grauwen der nacht Het kelkjen ontplooit in welriekende pracht! Als de vriend van uw hart niets meer naliet op aard Dan den naam van zijn schuld en zijn lijden, Zeg, zult ge, als de wraakzucht zijn lauwren ontblaârt, Hem een traan der erkentenis wijden? Ja, ween!
Wij willen, zeiden Treslong en de anderen; Lamme zal de kok van het schip zijn. Hij zal den grooten pollepel voeren, om de scheepsjongens van zijne sausen te jagen. Messire kapitein, gezellen en vrienden, sprak Lamme, ik ween van geluk, want die groote onderscheiding verdien ik niet.
Vier jonkvrouwen, door Rowena voorgegaan, zongen een hymne voor de ziel des overledenen, waarvan wij slechts een paar verzen hebben kunnen ontcijferen: Tot stof en asch Keert al wat was; De huurling lei weêrom Zijn tooisel af Voor worm en graf, Verrottingseigendom. Onzeker vloog Uw ziel omhoog, Naar 't rijk van smarte en weên. Uw pijn vangt aan Voor d'euveldaân, Bedreven hier beneên.
"Ween toch niet, maak u niet ongerust, Mama!" sprak hij, zonder haar aan te zien; "ik, ik blijf " "Neen, neen, ik weet wel wat gij doen wilt; gij wilt weggaan, stil, zonder afscheid te nemen; ik zal eens op een morgen wakker worden, en geen zoon meer hebben; Army, kunt gij dat doen? Kunt gij weggaan, als gij weet, dat gij mij nimmer zult weerzien?"
Liefderijk legde hij zijne hand op het gebogen hoofd van het meisje en sprak bedarend: "Ween niet, Elaine. Ik ben diep geroerd door wat gij mij hebt toevertrouwd en ik smeek u, mij te gelooven, als ik u zeg, dat ik op uwe bekentenis in 't geheel niet was voorbereid. Nooit heb ik kunnen vermoeden dat gij dergelijke gevoelens voor mij koesterdet.
Er zijn oogenblikken, dat de vrouw, als een sombere en berustende godin, de hulde der liefde aanneemt. "Ween niet," zeide hij. Zij lispelde: "Omdat ik misschien moet vertrekken, en gij mij niet volgen kunt!" Hij hernam: "Bemint ge mij?" Zij antwoordde hem snikkend, dat hemelsche woord, 't welk nooit bekoorlijker dan in tranen is: "Ik aanbid u!"
Elisabeth, die met gespitste ooren lag, hoorde haar snikken. Zij zag, door het maanlicht turende, de gestalte harer zuster stuipachtig trillen, en glimlachte boosaardig. "Zij weent omdat die man heengaat," dacht zij. "Ween maar niet, Beatrice, ween maar niet! Wees gerust: je krijgt je lieveling wel terug. Hij is even gek op jou als jij op hem bent."
Tokutaro greep toen het meisje aan, en wierp haar ruw op den grond, terwijl hij haar voortdurend beschimpte. Hij trapte op haar en pijnigde haar op alle mogelijke wijzen, terwijl hij ieder oogenblik verwachtte, dat het meisje in een vos zou veranderen. Maar zij deed niets dan ween en, en riep erbarmelijk om haar ouders, teneinde haar te verlossen.
DEMETRIUS. En ze jammert als volgt: THISBE. "In slaap, mijn schat? Wat, wat is dat? O, Pyramus, ontwaak! O, spreek, o, spreek! Wat ziet ge bleek! Wat! zijt ge dood? o wraak! Uw leliemond, Uw neus zoo blond, Uw wangen van saffraan, Zijn heen, zijn heen, O bruidjes, ween, Dat lookgroen oog vergaan! Drie zustren, gij, Komt thans tot mij! Hoe melkwit is uw hand!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek