Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
De edelmoedige Stadsvoogd bezag de Leliaard met verachting en antwoordde: "Indien gij uw Vaderland bemindet, zoudt gij de dood uwer ongelukkige broederen niet eisen, en ik, Fransman, zou hen niet moeten verdedigen. En luister!
Ach, Bavo, ik, die geloofde, dat gij uwe arme moeder bemindet! Mijn God, ik moet het toch weten, hoe schrikkelijk het zij. Zeg, zeg, mijn zoon, wat hebt gij gedaan gedurende al dien tijd?" Bavo zag haar diep in de oogen en antwoordde met eene soort van stille fierheid: "Moeder, ik werk op eene fabriek." "Gij werkt op eene fabriek!" "Op eene fabriek van bougies, sedert vijftien dagen."
Robrecht had de wreedheid zelf mij zijn huwelijk met Dakerlia aan te kondigen, ofschoon hij wist dat zulke tijding als een moordpriem mij door het hart moest gaan." "Versta ik wel? Gij insgelijks bemindet jonkver Wulf?" "Ach, meer dan mijn leven!" "Dan beklaag ik u, mijn arme Disdir. Het bij eene vrouw op mher Sneloghe te winnen, dit hebt gij wel zeker nooit gehoopt?" "Doemenis, doemenis!
"Maar de beleediging," bracht Kitty in, "de beleediging kan men niet vergeten." De herinnering aan het laatste bal, aan de pauze voor den cotillon kwam haar weer voor oogen. "Welke beleediging? Gij hebt toch niet slecht gehandeld?" "O, erger dan slecht, beschamend." "Wat noemt gij beschamend?" vroeg zij. "Gij hebt toch niet een man, dien gij onverschillig waart, beleden, dat ge hem bemindet!"
Dan hernam Adolf: "Ween niet, welbeminde Machteld, er is nog een ander leven. Daar zullen onze zielen elkander wederzien, en dan zal de nijdige dood ons niet meer kunnen scheiden. Blijf op aarde, o mijn zuivere bruid, wees de steun der oude dagen van uw doorluchtige vader, en denk soms in uw gebeden aan de man, die gij bemindet."
Gij, die mij zozeer bemindet, gij die eens het bloed van uw doorluchtige stam mijn zonen moest meedelen, gij waart mij niet bestemd. De Heer had anders over ons beiden beschikt." De gepijnigde Jonkvrouw joeg haar handen bevend en met drift over de verlamde leden van de ridder. Zij meende enige troostende woorden uit te spreken, maar haar stem versmoorde in doffe snikken.
En met den vinger wees zij naar den kant van Dudzele. Toen bemindet gij mij meerder dan nu. En zij nam de knie van den edelman vast en omhelsde ze, en zij greep zijnen schoen vast en kuste dien. Wie is die man, die gedood werd? vroeg de hoogbaljuw. Ik weet het niet, genadige heer, antwoordde de bleeke ruiter. Wij hebben geene zaken met hetgeen die schooister vertelt. Laat ons voortgaan.
Mejuffrouw Blaek bemindet: hoe zij u met wederliefde loonde, hoe haar oom deze verbintenissen tegen was, en hoe lastertongen, die haar onze betrekking als misdadig voorstelden, haar hadden doen besluiten, u alle verdere aanspraak op haar te ontzeggen."
Honderd duizend menschen werden ter dood gebracht, niet omdat gij Christus, mijnen Heere, bemindet, maar omdat gij een dwingeland, een landverwoester waart, die niemand bemindet, dan zichzelven, en daarna het vleesch, de visch, het bier en den wijn, want gij waart gulzig als een hond en dronkt als eene spons. En gij, Klaas, spreek, zegde Christus.
Zeer wel begreep hij, dat hij gevaar liep uwe vriendschap te verliezen, indien hij eene worsteling begon tegen menschen en dingen, die gij bemindet, maar uit erkentenis, uit verkleefdheid voor u, heeft hij niet geaarzeld te doen, wat hij een plicht meende te zijn. Gij hebt alle familiebetrekking met mijne ouders afgebroken en hun verboden, nog ooit eene poging aan te wenden om tot u te naderen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek