United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met een gil van angst schrikte zij plotseling wakker, vloog overeind, sloeg verwilderd hare armen uit. "Wa het-e-gij? Wat doe-je gij?" riep Alfons, ook eensklaps uit zijn slaap wakkergeschrikt. "Niets! 'k 'n weet niet! 'k miende da 'k iets zag! da 'k iets heurde!" hijgde ze angstig. "Kom kom, g' hèt gedreumd, legt ou neere, loat ons sloapen," zuchtte hij.

Gezwommen!" riep Cordúla met open mond en verwilderde oogen. Gezwommen!... mee heur... in de beke?" Wel joa, wel joa, in 't Zonneputsen! Wa es er doar nou aan gelegen! Wa veur kwoad es er doar oan?" nijdigde Standje. O! die sloeze!" gilde Cordúla schor van verontwaardiging. O, die sloeze! En wa veur 'n leulijke vuilerikken moet-e gulder euk toch zijn, die doarin behoagen schept!

"Nien ik, menier de notoarus, 'k 'n verstoa d'r niets van," bekende Alfons, wanhopig de schouders ophalend. De notaris zat een oogenblik in perplex nadenken, de oogen op den jongen boer gevestigd. "Zoe-je liever geld hên, mijne vriend?" vroeg hij plotseling. "Rechtaf gesproken, joa ik, menier de notoarus. 'K zoe veel liever geld hên!" "Moar wa goa-je mee da geld doen?

In iedere ziel de wijze vindt Geboren Hodur, Balders broeder blind, Dan neemt hij toe, zijn kracht wordt meer Want blind geboren wordt elk kwaad, als jonge beer, Nacht is van kwaad het kleed; maar alle goed Is steeds gehuld in van licht en gloed.

Ik was hem totaal vergeten, ik had hem trouwens nooit anders dan even op het ijs gekend en nu boezemde mij zijn levenslot eensklaps een zoo diepe belangstelling in. Wa was ou voader? vroeg ik zacht. Wa blieft er ou, meniere? zei het knaapje, die mijn vraag niet scheen te vatten. Wa dat hij was? Wa dat hij dee veur zijn bestoan? lichtte ik toe. Boereknecht, meniere.

"Ze zillen wa uitvoeren in 't noar huis goan!" glimlachte Alfons; en teederlijk sloeg hij nogmaals zijn arm om Rozeke's middel. "Kom, we goan euk binnen; moeder es al noar bedde," fluisterde hij; en hij drukte een zoen op haar frissche wang, terwijl hij haar zacht maar onweerstaanbaar met zich mee trok.

Hij voelde zich gekrenkt en vernederd tegenover zijn vrienden en voortdurend verweet hij op bitteren toon aan zijn vrouw en zijn dochter dat zij hem verhinderd hadden naar Sedan te gaan. Wa ès da hier? Wa gelijkt da hier? T'n es hier niets te ziene!" bromde hij.

Zij liet zich op een stoel vallen, en begost te schreeuwen om haar schoon kleed, dat nu bedorven was en goed voor Loebas laten op te slapen. "Zwijge," zei Pallieter, "hoe was de reis?..." "Wa ne regen! we na regen," ging ze voort, "de mieste blijve tot het over is, het muziek is ni wille mee vroem kome, en is den trein afgereje. Der hemme wijve gevoechten oem in den oemnibus te zitte.

Rozeke was, bij 't hooren van Smul's naam, schrik-zwijgend achteruitgedeinsd. Eenklaps keerde Alfons zich tot haar om. "Wa peist ge 'r van?" vroeg hij. "Lijk of ge wilt," antwoordde zij ontwijkend, met benauwde stem. Zij durfde 't niet bepaald tegenwerken; zij kende hun nood en vreesde 't ergste indien hij aan zijn dreigen gevolg gaf, van zelf weer aan het werk te gaan.

Teleurgesteld, met een valschen blik naar Theofielke en naar Deeske, droop de pummel af. Wa mient die loeder wel dan! riep Veel-Hoar kwaadaardig de deur achter hem dichtsmakkend. Dadelijk, zonder een oogenblik tijd te verliezen, was Deeske, met een vluggen wenk naar Theofielke, nu ook opgestaan. Euphrasie, 'k zoe ou wel e-kier wa moete zeggen, fluisterde hij de geijkte vraag.