United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Nee 't," riep Pallieter, "ik brand oem Marieke te zien, ik gaan ze zuuke. Tot straks!" En daarmede was hij weg.

Ze waren twee vliegers, beiden in lederen frak en een wollen pots over de ooren. Terwijl de eene in den zitbak olie goot, vijsde de andere aan de geweldige peerleeren schroef. Pallieter vroeg: "Hoeveul vraagde oem het Scheld te laten zien!" De beide mannen lachten om deze vraag, en weigerden beslist. Maar Pallieter blééf aandringen, verhoogde telkens den prijs, tot zij eindelijk toegaven.

"As z'had moette steurreve, ze zij leèfdig geweurre zijn oem het te kunne zegge, want gelle verstaat toch de kunst de wijve rond ellen duim te winne! 'k Wilde dakket oek kost ..." "Wel, er is niks zoe gemakkelak: weurd oek Pastoer!..."

Doch het ijs was gebroken en dreef aan in groote, gele schollen met luid gekraak, rap tij op; het schuitje stak nog altijd onder water, vastgevroren in het ijs. "Maar Pallieter," lachte de pastoor, "daar kunne wij oemmes ni over! Laat oens de stad oemgaan." "Da ga' vanzelf," sprak Pallieter, "geft mij maar ne pol." "Neeë't," zei de pastoor, "'k ben nog te joeng oem mij leve te riskeeren."

"Ach," juichte Pallieter, "'t is oem te kniele!" en uit zijn lood geslagen bleef hij staan, alsof het de eerste maal was dat hij de maan ontwaken zag. Dat was het wonder nu, waar de tijd naar wachtte. De avond werkte voort. En dan kwamen de vleermuizekens.... Een groote klad kraaien wiekte lui en krassend door de lucht en viel uiteen in de verre begijnbosschen waar het reeds donker was.

"Ze komt vroem oem te trijwe!" zei Pallieter, "en dan komde allemaal oep de fiest!" Daarop begonnen ze allen gelijk te zingen: "Zonder ons Marieke kunne wij nie wezen, Zonder ons Marieke kunne wij nie zijn!" 't Was buiten nu een aangename lucht met velerhande geuren.... Zij wandelden arm in arm, langs den Nethedijk, en zwegen geroerd door den innigen avondstond.

Als Pallieter hem met trage zeupkens had uitgezogen, klopte hij met den duimnagel tegen het kristal en een volle ronde klank sprong in de lucht en singelde zich langzaam uit. Charlot schonk voor haar ook in, en Pallieter zag dan eerst de inktvlekken op haar rood gezicht. "Woroem ziede zoe zwert?" "Wel," zei Charlot, "ik ben nen brief on't schrijve oem nor de kèrmis te kome.

Maar zie, daar kwam de Pastoor van 't Begijnhof. Het was een kleine oude vent, met een goedig gezicht en een eirenkop met witte haren rond. Hij bood hen een snuifken. "Wa peisde van de zon, Pallieter?" "Da ze de kreêm is van 't lêve!.." "Ze rapst man keêl droeg." "En zoe vint ne mens tog altij 'n reden oem zan eige deugd te doen. Kom, we gonter ientje pakke."

Er waren klanken bij, waarop hij zoog en smakte, ze weer inhaalde, en dan als een glad bolleken kristalhelder uitspeekte. En "Wees gegroet Maria" ging het maar gedurig in de keuken. Haar gebed was als iets dat groeide. Pallieter vong met zijn tong een lek van zijne lippen, en zag naar Marieke, en zei ontroerd: "Is dezen avond na ni oem te smilte, Marieke?" Zij zag hem aan en zei niets.

Ic salse minen sone opgheven, Ende ghi selt seker werden sijn wijf; Want ic hebbe soe ouden lijf, Dat icse nemmeer ghedragen en can. Robbrecht: Her coninc oem, bi sente Jan! Esmoreit hi es wel weert, Hi wert een ridder wide vermeert Ende die de wapene wel hantiert: Desen raet dunct mi goet ghevisiert, Dat hi die crone van u ontfa Damiet, nu comt hier na, Ghi selt werden jonghe coninghinne.