Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


"Och zwijgt," knorde Charlot, maar een weinig daarna weer zoet, heel met haar eigen ingenomen: "En ik die altij' doecht begijn te weurre, 'k ben al blij da'k het noet ni geweurre ben, want wa zou Marieken hier zijn, zonder mij?..." "Awel," baste Pallieter, "'k zal ze bij ij late slape!" "Da' wil'k ni zegge," zei Charlot, en hier richtte zij zich op.

Wie...." Er werd hier en daar een lach gehoord onder de begijnen en de pastoor zei binnensmonds: "Altij dezelfde." "Niemand?" vroeg Pallieter nog eens. "Gebod dan! Charlot zal 'k ne neger doen trijve, en dan zullen heur kindere begentjes weurre, zwerte begentjes!"... "Pallieter, Bruur, hijvd hoe!" zei de pastoor, en zij kusten malkander. "Drinkt er e glasken oep!" riep Pallieter.

Van uit de verten bleven de horens galmen, nu eens ver en dan weer dicht, al naar den gang der jacht. Hij zag schapen grazen, de zon scheen rood door hunne ooren, en streelde lijk vingeren in de dikke wol. Aan den boord van 't beeksken zat de bultige herder, alleen, heel alleen, lijk de kinderen, och arme, met de kaarten te spelen. "Zoe wind altij," zei Pallieter, "mor wind is tege mij!"

Maar zie, daar kwam de Pastoor van 't Begijnhof. Het was een kleine oude vent, met een goedig gezicht en een eirenkop met witte haren rond. Hij bood hen een snuifken. "Wa peisde van de zon, Pallieter?" "Da ze de kreêm is van 't lêve!.." "Ze rapst man keêl droeg." "En zoe vint ne mens tog altij 'n reden oem zan eige deugd te doen. Kom, we gonter ientje pakke."

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek